Zijn sommige van onze overtuigingen over nieuws achterhaald?
Als je kijkt naar nieuwsgebruik van Gen Z's wel
Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Allereerst excuses! Ik was in mijn vorige nieuwsbrief vergeten te melden dat ik er een nieuwsbrief tussenuit was. Ik was een weekje naar Schotland (ik vond het ‘t einde: zo mooi en zulke lieve mensen!), dus ik was even uitgecheckt.
In het Schotse dorpje Fort William zat ik in een pub te eten. Een paar tafeltjes verderop zaten twee meisjes (ik gok dat ze een jaar of 18 waren) luidruchtig de laatste roddels door te nemen. Dolle pret hadden ze, terwijl ze vrijwel onafgebroken op hun telefoon keken en elkaar hun scherm steeds lieten zien. Terwijl ik die twee zo bezig zag, moest ik denken aan wat ik had geleerd uit het Digital News Report: Generatie Z (18-24 jarigen) wijken steeds meer af van oudere generaties als het gaat om hoe ze informatie tot zich nemen.
Als 30-jarige (jawel, het was vorige maand zover) millennial wijken mijn gewoontes rondom informatievoorziening niet zo heel erg af van generaties voor mij: daarvoor gebruik ik nieuws apps, nieuwsbrieven en óók sociale media. Maar Gen Z’s, in het Digital News Report worden ze treffend social natives genoemd, gebruiken bijna geen apps, nieuwsbrieven of verzamel apps. Ze gebruiken voornamelijk sociale media. Dus, waar we als redacties het nog wel konden wingen met de millennials is dat geen optie voor Gen Z.
Twee weeffouten
Wat Gen Z’s en millennials wel delen is de mate waarin ze nieuws vermijden: in beide groepen vermijdt 4 op de 10 soms of vaak het nieuws. Dat brengt mij tot dit vrij briljante artikel van vorige week van The Washington Post: I stopped reading the news. Is the problem me – or the product van Amanda Ripley. Ze omschrijft haar worsteling met het negatieve karakter van nieuws, de invloed die het heeft op haar mentale staat en de plicht die ze voelt om het toch te volgen – het was een feest van herkenning. Het probleem omschrijft ze als volgt:
Today’s news, even high-quality print news, is not designed for humans. As Krista Tippett, the journalist and host of the radio show and podcast “On Being,” puts it, “I don’t actually think we are equipped, physiologically or mentally, to be delivered catastrophic and confusing news and pictures, 24/7. We are analog creatures in a digital world.”
Naast dat mensen niet gemaakt zijn om dagelijks bakken ellende over zich heen te krijgen, is er nog een probleem: het systeem waarin verslaggeving vrijwel automatisch leidt tot verantwoording (zoals het aftreden van machthebbers) werkt niet meer. Dat werkt alleen als het publiek eensgezind is over simpele dingen als feiten en als journalisten van een ruimte meerderheid vertrouwen krijgen, schrijft Ripley:
These days, it doesn’t matter how many of former president Donald Trump’s lies reliable fact-checkers count; it won’t change anyone’s mind. A lot of journalists, perhaps frustrated by their impotence, have responded by getting louder and more shrill. Which only causes more people to (yes, you guessed it) avoid the news.
Dit is overigens geen Amerikaans probleem, hoewel de tweedeling in de samenleving in de VS een stuk ernstiger is dan hier, is het in Nederland echt geen rozengeur en maneschijn, bleek uit het Nederlandse Digital News Report. Het percentage Nederlanders dat het nieuws vaak of soms vermijdt is met 10 procent gestegen in de afgelopen jaren. Bovendien is het beeld dat mensen hebben van ‘nieuws’ slecht: het gebruik van en de interesse in nieuws daalt en meer dan 4 op de 10 mensen denkt dat nieuwsmerken beïnvloed worden door de overheid of het bedrijfsleven.
Drie ingrediënten
Ripley onderzocht hoe nieuws gemaakt voor mensen in de 21ste eeuw, eruit zou kunnen zien en ontdekte drie ontbrekende ingrediënten die journalisten kunnen toevoegen aan hun producties om nieuws geschikt te maken.
Hoop. Mensen hebben hoop nodig om ’s ochtends ons bed uit te komen. Hopeloosheid wordt gerelateerd aan angst, depressie, PTSS en dood.
Agency (vrij vertaald: in staat zijn te acteren). Het gevoel dat je iets bij kunt dragen, iets kunt doen (aan een situatie waar je in verkeert). Dit is van groot belang voor democratieën. Stel nu dat je je machteloos voelt, dan ga je misschien gekke dingen doen als snelwegen blokkeren en rondlopen met omgekeerde vlaggen.
Waardigheid. Mensen behandelen zodat ze het gevoel hebben dat ze ertoe doen, doe je als journalist door naar ze te luisteren, schrijft Ripley.
Het toevoegen van de ingrediënten aan het nieuws vereist dat journalisten accepteren dat sommige van hun belangrijkste overtuigingen achterhaald zijn, schrijft Ripley. Bijvoorbeeld, zoals ik een tijdje terug schreef, het heroverwegen van de vorm van nieuwsberichten – het oprolbare nieuwsbericht blijkt helemaal niet geschikt als je mensen informatie wil laten begrijpen of onthouden. Of informatie zo aanbieden dat die past bij de omgeving waarin die gedeeld wordt, zoals Ros Atkins van de BBC doet. Of durven activist te zijn voor kwaliteitsjournalistiek, om aan het vertrouwen van het publiek te werken.
Zijn we wel gek?
Waar ik nog niet over uit ben, is het volgende: ik roep graag dat wij de gekkies zijn en de lezers de normale mensen – om te benadrukken dat onze ervaringen met nieuws niet kunnen vergelijken met die van de gemiddelde nieuwsconsument. Maar nu lijken we toch iets gemeen te hebben: het vermijden van nieuws. Op sociale media las ik van verschillende journalisten dat zij ook hun nieuwsdieet hebben aangepast en dat las ik ook terug in de reacties op mijn nieuwsbrief over oorlogsstress. Misschien zijn ervaringen van journalisten als nieuwsconsument toch meer exemplarisch dan ik dacht.
Ik ben heel benieuwd wat jullie van Ripleys ingrediënten vinden. Ik zie in ieder geval wel een overeenkomst tussen de ingrediënten en stukken die goed gelezen worden bij NRC: artikelen gericht op oplossingen en die de lezer een stukje vooruit helpen zijn over het algemeen populair. Bovendien passen ze goed bij wat Gen Z’s van het nieuws verwachten. Zoals voormalig NYT hoofdredacteur Dean Baquet in zijn afscheidsinterview in The New Yorker zei:
“The difference between newspapers of my era and newspapers today is we're trying to make your vegatebales taste really good. I mean you can't say: 'Goddamnit, read about Ukraine.' The world is at a tense moment. You've got to make it interesting.”
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Een lijstje van interessante feiten uit het Digital News Report