Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Betrokkenheid van lezers organiseren zit natuurlijk in het contact zoeken: lezers uitnodigen om vragen te stellen, feedback of meningen geven of evenementen organiseren. Maar het kan ook via journalistiek zelf, toont een nieuw onderzoek aan.
Hoewel de meeste redacties al een decennium of twee online publiceren, is de manier waarop we het nieuws vertellen zo goed als hetzelfde gebleven. In Innovating Online Journalism: New Ways of Storytelling onderzoeken Shirish Kulkarni, Richard Thomas, Marlen Komorowski en Justin Lewis of het model “the inverted pyramid” (in Nederland bekend als: het oprolbare nieuwsbericht) de meest effectieve manier is om online informatie over te brengen. Daarnaast onderzoeken ze hoe ze nieuwe informatieve en interactieve vormen van storytelling kunnen ontwikkelen.
Het oprolbare nieuwsbericht is de standaard voor het opschrijven van nieuws. Hoewel de vorm is ontstaan vanuit een papieren noodzaak (de mogelijkheid om tijdens de vormgeving alinea’s van een bericht af te knippen) gelden de regels online nog steeds. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat deze manier van schrijven niet bijdraagt aan goede verwerking van informatie. Artikelen opgeschreven in een (chronologische) verhaalstructuur daarentegen, zeggen de onderzoekers, ervaren de lezers als interessanter en helpen ze de informatie beter te begrijpen en te onthouden.
Om een nieuwe vorm te vinden voor het online vertellen van verhalen in deze structuur voerden de onderzoekers gesprekken met experts en lezers en op basis van die informatie formuleerden ze vijf basisprincipes als het gaat om online effectief verhalen te vertellen.
Narrative: een verhaalstructuur draagt bij aan het succesvol overdragen van informatie en wordt als interessanter gezien door de lezers.
Content: in focusgroepen gaven lezers aan dat ze meer informatie wilden die ze helpt te begrijpen wat er aan de hand was in hun leven.
Context: door zowel de experts als de lezers werd aangegeven dat er vraag is naar meer context bij nieuwsverhalen, om het beter te begrijpen.
Agency: mogelijkheden voor nieuwsconsumenten om interactie te hebben met de tekst, zoals zelf kiezen welke informatie ze te zien krijgen, zorgt voor een diepere connectie met de inhoud.
Tone: een van de meest gehoorde reacties van jonge mensen over het nieuws was dat ze de toon ouderwets en saai vinden en dat ze een andere manier moeten vinden om lezers aan te spreken.
Op basis van deze principes hebben de onderzoekers vier nieuwe formats ontwikkeld en deze getest op publiek. Hieronder een screenshot uit het onderzoek met de verschillende formats die ze ontwikkelt en getest hebben.
En hierbij de omschrijvingen van deze vormen - hier heb ik ook een screenshot van gemaakt, omdat er anders wat zaken lost in translation gaan.
De formats hebben ze opnieuw getest: de geïnterviewden werd gevraagd om alle vier de formats uit te proberen en daarna kregen ze vragen over de formats en de verschillen. Voor de verdere onderzoeksmethodes en cijfers achter de bevindingen, verwijs ik jullie naar het onderzoek (anders wordt deze brief een longread). Dit vond ik de meest opvallende resultaten uit het onderzoek:
Narrative Accordion (A) voegde het meeste waarde toe ten opzichte van het originele artikel, maar was ook een van de formats die mensen het snelste uitlazen. Dus in korte tijd zorgde de vorm ervoor dat de onderzochte lezers zich het meeste geïnformeerd voelden. Vooral onder jonge lezers kreeg deze vorm een hoge waardering.
Plain text dramatic (B) scoorde heel hoog op het begrijpen van het onderwerp. Dit artikel verschilde wat betreft lay-out niet veel van het origineel, maar was juist heel verhalend opgeschreven (als tegenhanger van het nieuwsbericht). Het artikel gaf de lezers het meeste van alle vormen het idee dat ze een inhoudelijk oordeel konden vellen over het onderwerp.
Contextual Timeline (D) scoorde hoog als het gaat om vorm en functie, maar laag als het gaat om betrokkenheid en impact. Dit was de meest interactieve vorm van allemaal en deze bevinding suggereert volgens de onderzoekers dat veel respondenten werden afgeschrikt door de vorm en hoeveel moeite het kost om het verhaal goed te begrijpen.
Het originele nieuwsbericht ten slotte scoorde slecht op vlakken als interessant, prettig lezen en publiek begrip. Ondanks de bekendheid van de vorm scoorde het dus slecht op de basisprincipes van het effectief communiceren van informatie.
Nokken met nieuwsberichten is natuurlijk wel erg drastisch, maar ik vind het wel inzichtelijk dat dé manier die journalisten hebben bedacht om informatie over te brengen, voor de lezers helemaal geen prettige vorm is. In zoveel journalistieke praktijken zitten dit soort gewoontes ingebakken en ik hoop dat we op steeds meer plekken deze praktijken onderzoeken en kijken hoe we het beter kunnen doen. Hoe we in oude, maar ook in nieuwe vormen zo goed mogelijk rekening kunnen houden met hoe de lezers informatie tot zich nemen.
De onderzoekers sluiten het onderzoek af met een quote die het mooi samenvat: “The most critical factor for journalism’s impact on society in the future is not the accessibility of high-tech tools. It is the professional fostering of news professionals who are intrinsically motivated to explore, contest, and further develop meaningful journalistic approaches within the contexts they are operating.”
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Wat inclusiviteit en audience engagement met elkaar te maken hebben
👉🏻 Ik kreeg voor het eerst last van oorlogstress
👉🏻 Wat ik leerde van mijn crowdsourcingproject De Wilde Tuin