Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Inmiddels hebben al aardig wat van jullie gereageerd op de enquête, waarvoor dank! Als je het nog niet hebt gedaan: invullen kan nu nog! Vanaf de volgende nieuwsbrief komen er langzamerhand wat nieuwe features.
Feedback die vaak terugkomt, is: we willen meer praktische tips, dus vanaf nu zal ik daar meer aandacht aan besteden. Ook zal ik aanpassingen doen om de nieuwsbrief beter scanbaar te maken – zodat er altijd iets interessants te vinden is, zelfs als je geen zin hebt om een kleine duizend woorden te lezen.
Ik dacht na over de vraag naar praktische tips, en jullie hebben een punt: misschien ga ik soms te veel op de analytische tour. Journalist-eigen, want laten we wel wezen: constructieve journalistiek of servicejournalistiek blijft wat hangen in de marges van de journalistiek. Er zijn wel Slim/Slimmer Leven-initiatieven, rubrieken en nieuwsbrieven, maar die gaan inhoudelijk over onderwerpen als gezondheid, smartphonegebruik, duurzaamheid, opvoeding en tips voor series en boeken.
Aan den lijve ondervinden
Het lijkt alsof een onderwerp pas een praktische invalshoek krijgt als het thema aan den lijve ondervonden wordt – of als een redacteur op een grote redactie dat doet. Op WAN-IFRA vorig jaar vroeg Rasmus Nielsen zich af waarom je wel servicejournalistiek leest over de beste hotels in Toscane, maar niet over hoe je je eerste hypotheek moet afsluiten. Het verschilt nogal wat de gemiddelde journalist aan den lijve ondervindt, en wat de gemiddelde Nederlander aan den lijve ondervindt.
Tijdens de coronapandemie was dit wel anders: ook over economische, wetenschappelijke en geopolitieke onderwerpen verscheen help-journalistiek. Uitgebreide vraag-antwoord stukken die up-to-date werden gehouden, podcasts waarin vragen van het publiek werden beantwoord. In een terugblik op de eerste lockdown schreef ik vier jaar geleden:
“We zaten allemaal in hetzelfde schuitje. We hadden dezelfde vragen over het nog onbekende virus en problemen rond thuiswerken of verlies van inkomen. Dat resulteerde in prachtige vraag-antwoordconstructies en gidsen met verwijzingen naar de beste bronnen over corona, plus praktische tips voor het thuisblijven. (…) We lieten aan de lezers zien dat wij met dezelfde vragen en problemen zaten als zij. En volgens mij gebeurt dat best vaker, maar doen wij alsof dat niet zo is. Dat wij, omdat wij de objectieve journalisten zijn, daar geen last aan ondervinden, wij omschrijven het probleem en dat is het.”
Wat ook gebeurde tijdens de coronapandemie is dat zowel gebruik, interesse als vertrouwen in de journalistiek steeg. Melissa Bell, oprichter van Vox, zei daar vorig jaar het volgende over:
“(…) the fact that the covid trust spike happened and then the trust in journalism went back down. That to me feels like we’re making a product that people know has value, but they’re not consistent at recognizing that value. So it’s our job to figure out how to better market that product to the world (…). How can we further set ourselves apart in this moment or use this as a moment to set ourselves further apart.”
Tijdens de coronapandemie werd er veel meer gepubliceerd over de dagelijkse problemen waar mensen tegenaan liepen, én steeg zowel het vertrouwen in, de interesse in als het gebruik van nieuwsmedia. Toeval?
Wij/zij denken doorbreken
Om de relatie met ons publiek te verbeteren, moeten we stoppen met wij-zij-denken als het gaat om de positie van journalisten (wij) en het publiek (zij), schreef Mattia Peretti een paar weken terug. Erkennen dat we in hetzelfde schuitje zitten, zeg maar. De huidige geopolitieke ontwikkelingen doen me afvragen hoelang het duurt voor we weer in een crisis-schuitje zitten.
Hoe doorbreken we het wij-zij-denken? Ik denk dat het begint met één simpele vraag aan je publiek: hoe kunnen we helpen? Het vereist wel een belangrijk ding: goed en zonder belang luisteren. Niet gelijk een blitse nieuwsbrief willen maken om meer mensen in de abonnee-funnel te krijgen.
Als journalisten feliciteren we onszelf vaak met de belangrijke rol die we te spelen hebben in de democratische rechtsstaat: de waakhond, de vierde pilaar, de luis in de pels van de macht. Maar zoals ik hier al vaker beschreven heb: die positie wankelt. En niet alleen onze positie, maar ook de complete internationale machtsorde die ervoor zorgt dat we hier in vrijheid kunnen leven, heeft een flinke deuk opgelopen vorige week.
Moet er eerst weer een crisis uitbreken voordat redacties hun publiek de helpende hand bieden, of kunnen ze dat doen vóórdat de pleuris uitbreekt?
Tiphoekje
Dit artikel over The Listening Collective bevat een aantal goede tips over hoe je input van je publiek kunt verzamelen, zoals: “How do you get people talking? It’s not always shoving a microphone in their face — it might be kind of leaving them the space to talk.”
Ook in het News For All onderzoek waar ik in mijn vorige nieuwsbrief over schreef, staan goede aanknopingspunten voor waar te beginnen met je publiek betrekken bij je journalistiek.
In de nieuwsbrief van Trusting News lees je iedere week tips over hoe je transparanter wordt voor je publiek. In deze editie geven ze tips over welke vragen je kunt stellen over hoe je het nieuws dichterbij kunt brengen bij je publiek.
Dichterbij huis: de Open Redactie van De Volkskrant is ook een mooi voorbeeld van hoe je op een consequente manier de vragen en ideeën van je publiek meeneemt.
Gerelateerde edities van De Nieuwe Lezer
💰 Help! Wie bepaalt de waarde van journalistiek?