Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Ik wil de laatste nieuwsbrief van dit jaar beginnen met een bedankje aan jullie: mijn lezers en mijn netwerk. Dit jaar eindigde op een hele andere plek dan gepland: thuis in mijn werkkamer, in plaats van op de redactie van C.Tru als hoofdredacteur. De klap, de shock en de kwaadheid na wat er gebeurd is, ben ik inmiddels aardig te boven, en ik ben druk bezig met nieuwe plannen voor het nieuwe jaar. Maar dat was een stuk moeilijker geweest als jullie er niet waren geweest.
De steun die ik heb ontvangen van bekenden en minder bekenden uit mijn netwerk heeft ontzettend geholpen en mij het vertrouwen gegeven om vooruit en verder te kijken. Toen een deur in mijn gezicht werd dichtgesmeten, gingen er gelukkig heel veel ramen open. Daar ben ik jullie ontzettend dankbaar voor ❤️
Het jaar waarin het politieke en maatschappelijke landschap behoorlijk veranderde, in binnen- en buitenland. Het jaar waarin ongekend veel mensen naar de stembus gingen, maar waarin de democratie een flinke deuk opliep. Het jaar waarin vijandsdenken over ‘de ander’ opnieuw onderdeel werd van het maatschappelijk debat. Het jaar waarin eigenaren van Amerikaanse nieuwsorganisaties en sociale platforms kleur bekenden en zich achter een anti-democraat schaarden.
Kortom, onrustige tijden. Ik denk dat het van bijzonder groot belang is dat de journalistiek als geheel, en nieuwsorganisaties in het bijzonder, steviger in hun schoenen komen te staan. Niet langer leunen op gezag en reputatie uit het verleden, maar met een blik op de toekomst waarde creëren die onmisbaar is voor het merendeel van de samenleving. Want als één ding duidelijk is geworden, is het dat de journalistiek in haar bedoelingen en belangen alleen staat. Het is zelfs salonfähig geworden om links en rechts te morrelen aan de democratische rechtsstaat, de onafhankelijkheid van journalistiek incluis. De enige mensen op wie we kunnen vertrouwen, zijn ons publiek (dixit: Rasmus Nielsen).
Reflectie op impact
Dat begint bij reflecteren op de rol die nieuwsorganisaties als geheel en redacties willen en kunnen spelen. Vaak wordt gedacht dat de macht en invloed van journalisten ophouden zodra er op ‘publiceren’ wordt gedrukt in het redactiesysteem, maar die reiken verder. Daar komt bij dat de bedoelingen van journalistieke producties en de effecten ervan steeds verder uiteen beginnen te lopen.
Ik hoop dat redacties van groot tot klein, van landelijk tot regionaal, zich gaan bezinnen op de invloed die ze hebben—de bedoelde én onbedoelde impact. Want er zijn nogal wat manieren waarop de journalistiek onbedoeld impact maakt. Neem bijvoorbeeld politici en mediatization: politici passen zich aan aan de verslaggeving om zo meer media-aandacht te krijgen. Of denk aan het maatschappelijk debat, waarin rechts-populistische politici profiteren van verslaggeving die hun extreme uitingen onderdeel maakt van het discours. En laten we het nog niet eens hebben over de toenemende negativiteit van nieuwskoppen, die bijdragen aan nieuwsvermijding, of hoe economische verslaggeving soms bijdraagt aan een te negatief beeld.
Het is niet zo dat journalisten zich niet bewust zijn van dit soort verschijnselen, maar de reflectie vindt vaak achter gesloten deuren plaats. Dat oogt toondoof, want er worden allerlei bedoelingen en belangen toegeschreven aan de manier waarop journalistiek gemaakt wordt. Die reflectie zou daarom niet alleen intern moeten gebeuren, maar ook in het openbaar—of nog beter: in gesprek met het publiek.
Absoluut
Ik denk dat het helpt als journalisten absoluter worden in het verdedigen en uitdragen van hun bedoelingen. Er zijn namelijk maar weinig partijen die dezelfde belangen hebben. Adam Tinworth verwoordde het laatst treffend: “You serve who pays you, and if your ultimate paymaster is a billionaire, at some point your interest and his will diverge.” Natuurlijk lopen journalisten niet blind achter de eigenaren van de bedrijven waar ze voor werken aan. Er zijn genoeg uitgevers die de beste bedoelingen hebben. Maar hoe goed de bedoelingen ook zijn, hun belang is geld verdienen, en die belangen stroken lang niet altijd met de journalistieke belangen. Bij belangrijke strategische beslissingen wordt het commerciële belang vaak zwaarder gewogen.
Betaalmuur perikelen
Het begint misschien een beetje een stokpaardje te worden, maar kijk nou naar die betaalmuren overal. Ik heb geen data om mijn argument te onderbouwen, maar ik kan me niet voorstellen dat die betaalmuren een positief effect hebben op de impact die journalistiek zou moeten of kunnen hebben. Het afschermen van informatie past niet bij de maatschappelijke rol die journalistiek te spelen heeft. Het leidt tot informatieongelijkheid in de samenleving: er worden haves en have-nots mee gecreëerd.
Je niet druk maken over deze ontwikkelingen is jezelf ontslaan van de verantwoordelijkheden die je hebt als nieuwsorganisatie. Er zijn afdelingen vol mensen die zich bezighouden met ervoor zorgen dat meer mensen gaan betalen voor hun journalistieke product, maar geen afdelingen die zich druk maken over de maatschappelijke impact van journalistiek. Over het zwaarder wegen van commerciële argumenten gesproken…
Wanneer er gemopperd wordt over de betaalmuur, zoals ik nu doe, wordt de waarde van journalistiek vaak als argument voor die betaalmuur gebruikt: journalistiek heeft waarde, dus je moet ervoor betalen. Ik ben me zeer bewust van het belang van de waarde van journalistiek en vind het ook heel belangrijk dat journalisten hun huur kunnen betalen. Maar je zou ook kunnen zeggen dat de waarde van journalistiek juist een reden is om die betaalmuur weg te halen. Als nieuwsorganisaties werkelijk overtuigd zijn van de waarde van hun journalistiek, is de betaalmuur niet nodig. Mensen zouden dan toch wel blijven betalen, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat het voor andere mensen gratis beschikbaar is.
De betaalmuur wordt gebruikt om een schaarste te creëren die helemaal niet meer bestaat. Informatie is er genoeg, en ook duiding wordt steeds meer aangeboden. Er zou veel meer tijd en aandacht gestoken moeten worden in het onderzoeken van welke waarde journalistieke organisaties kunnen brengen. Journalistiek moet verder denken dan die publish-knop. En wie nu over puzzels begint, is af.
Journalistiek met visie
Op het B*Future Festival in Bonn riep Mattia Peretti, oprichter van de News Alchemists, het publiek op om na te denken over het herdefiniëren van de missie van journalistiek. Maar misschien is het niet alleen de missie waar het aan ontbreekt, maar ook een visie. Een missie waarin staat wie je bent en waar je voor staat. Een visie waarin staat wat je toekomstbeeld is en hoe je daaraan bijdraagt. En die is juist zo nodig bij het formuleren van een strategie. Ik vind de visie van IKEA een mooi voorbeeld. Hun missie: betaalbaar en functioneel designmeubilair voor iedereen beschikbaar maken. Heel helder, niks meer aan doen: degelijke meubels maken. Hun visie: een beter dagelijks leven creëren voor zoveel mogelijk mensen. Dat verandert de zaak: ze willen niet alleen meubels maken, maar voor zoveel mogelijk mensen een beter dagelijks leven creëren. Dat gaat veel verder dan het produceren van onderdelen voor een Billy-kast.
Van de zomer schreef ik over een artikel van Peretti waarin hij opriep om na te denken over journalistiek voorbij het product. Misschien is dat wel precies waar je je visie kunt waarmaken. Wat wil je dat jouw journalistiek met mensen doet? Hoe moet het hun leven verbeteren? Welke behoeftes moet het vervullen? Kunnen we mensen helpen hun leven beter te maken, of misschien wel gelukkiger? Ik denk dat dat met journalistiek kan, want ik word met regelmaat best gelukkig van journalistiek. Een mooi interview, een verhelderende analyse, een ontroerende reportage—en natuurlijk de weekendkrant op een rustige zaterdagochtend bij het ontbijt.
Uiteindelijk doen mensen dingen om twee redenen: omdat ze het willen of omdat ze het moeten. We kunnen als journalisten blijven hameren op dat mensen journalistiek moeten consumeren of ervoor moeten betalen. Maar wat nu als we mikken op het willen? Als we gaan staan voor de waarden van journalistiek en ons bestaansrecht? Zo helpen we niet alleen onszelf, maar ook ons publiek.
De afgelopen maanden heb ik hele leuke gesprekken gevoerd met lezers van De Nieuwe Lezer en daar wil ik in het nieuwe jaar graag mee door gaan. Vind je het leuk om een keer (digitaal) een kop koffie te drinken om van gedachten te wisselen over de uitdagingen waar de journalistiek voor staat en hoe we daar mee om kunnen gaan? Stuur me een mailtje, dan spreken we wat af!
Nieuwsbrieven met de meeste ❤️s van 2024
❤️ Mag ik even jullie aandacht?
🧡 Hoe moeten media omgaan met radicaal-rechtse politieke partijen?