Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Ik kon mijn laptop niet openklappen de afgelopen weken of ik las weer over een nieuwsorganisatie die mensen moest ontslaan. Organisaties als the Wall Street Journal, Los Angeles Times en Time Magazine gaan krimpen. Geen kleine organisaties en allemaal worden ze hard geraakt door teruglopende advertentie-inkomsten en/of tegenvallende abonnementenverkoop (door dalende bezoekcijfers).
Dat deed mij de afgelopen weken nadenken over de vraag: lopen nieuwsorganisaties tegen de grenzen van de mogelijkheden van de aandachtseconomie voor journalistiek aan?
Journalistiek bestaat bij de gratie van aandacht: zonder aandacht van het publiek geen journalistieke impact en geen inkomsten. Grote scoops maken journalistieke impact en leveren aandacht op in de vorm van kliks, leesminuten, kijkcijfers of downloads en die worden vermarkt via abonnementen of advertentiegeld. Aandacht is voor journalisten een vorm van beloning en het vermarkten heeft een hele tijd heel goed gewerkt. Maar bij verschillende organisaties leveren de abonnementen- en advertentiemarkt niet meer genoeg opleveren om journalistieke organisaties in de lucht te houden, gezien de honderden journalistieke banen die wereldwijd verdwijnen.
Aandacht is de dobber waar journalistiek op drijft, maar terwijl mensen meer en meer tijd online doorbrengen, zie je die toename niet terug in het gebruik van journalistieke platforms. Sterker, nieuwsapp Artifact stopt er alweer mee omdat de ‘market opportunities’ niet groot genoeg waren.
The business of content
Jeff Jarvis schreef vorige week in een scherp stuk over de stand van zaken in de nieuwsindustrie dat redacties uit de ‘business of content’ moeten stappen:
“I myself am fed up with old news’ wishful doomsaying, its credulous coverage of politics as sport, its bothsidesing and normalization of the rise of populist fascism, its refusal to call racism racism, its chronic lack of diversity, its dependence on access to power, its moral panic about technology, and the resource it wastes on copying and clickbait.
(…) And now here comes artificial intelligence to manufacture and devalue that thing we call content, robbing the old news industry of its sense of value and purpose in making the commodity. I’ve been trying to convince news organizations that they are not, or should not be, in content business, but that journalism is instead a service built on conversation, community, and collaboration. I have failed.”
Dus Jarvis zegt: journalistieke organisaties moeten zich niet richten op de ‘business of content’, maar op ‘a service built on conversation, community, and collaboration’.
Goed, stel nu dat we zeggen: Jeff, je hebt helemaal gelijk. We gooien het roer om en we gaan onze journalistiek richten op gesprek, gemeenschap en samenwerking. Dan ga je op een andere manier om met de aandacht van je publiek, maar daar zullen we ook een verdienmodel bij moeten hebben.
Beloningssysteem
Misschien kunnen we beginnen bij de aandacht van het publiek anders te waarderen door het beloningssysteem te veranderen. Wat nu als er op redacties, in plaats van de meest gelezen, bekeken of beluisterde producties, lijstjes zou worden rondgestuurd met de meest besproken artikelen onder je lezers, collega’s elkaar op de schouders slaan als ze een podcast hebben gemaakt waarvoor samengewerkt is met de luisteraars of video’s die hebben geleid tot een bijeenkomst van kijkers.
Dat klinkt misschien een beetje kneuterig allemaal, maar als de cirkel van journalistiek, aandacht, betaling, journalistiek doorbroken kan worden, kunnen we wellicht ook een verdienmodel kiezen dat beter past bij de missie van journalistiek. Een model dat bijvoorbeeld geen dichtgemetselde betaalmuren vereist en ruimte maakt voor een manier van journalistiek maken die inclusiever is en niet mensen wegjaagt omdat ze overweldigd zijn door de hoeveelheden informatie.
Jarvis schreef in zijn slot:
“The internet isn’t killing news. It is killing the mass and the myth that kept media alive all these years: that our attention is a commodity to be owned, bought, and sold.”
Ik denk dat het helpt om goed te bedenken wat de waarde is van journalistiek of zou moeten of kunnen zijn. Kunnen we die journalistieke impact ook op een andere manier nastreven en hoe kunnen we journalistiek toegankelijker maken, zodat meer mensen ervan kunnen profiteren?
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Bijpraten over C.Tru (mét vacatures)
Goed stuk, en voor een deel een herhaling van eerdere publicaties hierover. Het geheim achter cultuurpers is bijvoorbeeld dat we niet voor de massa gaan, maar voor de kwaliteit van de conversatie met een doelgroep die zich in een niche bevindt. Dat we na 15 jaar nu ook Substack onderzoeken als mogelijkheid, is daar een gevolg van. Dit soort journalistiek verdraagt zich wel slecht met grote bedrijven en woekerwinsten. Of uitgevers moeten weer providers worden, dus hun virtuele drukpers weer in handen nemen, maar dat station is al lang geleden gepasseerd.