Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Om met de woorden van honkballer Yogi Berra te spreken: “It’s like a deja vu all over again”. Wakker worden met een verkiezingsuitslag waarin een partij met antidemocratisch gedachtegoed aan het langste eind trekt. Het begint al aardig te wennen.
Politieke bewegingen met autoritaire leiders winnen terrein, zowel binnen als buiten Nederland. In de stemhokjes kiezen miljoenen voor partijen die de democratische rechtsstaat willen ondermijnen. Dat is natuurlijk hun recht, maar het plaatst de journalistiek, als waakhond van diezelfde democratie, in een lastige positie.
De vorige editie van De Nieuwe Lezer ging over het afbrokkelende sociale contract tussen journalistiek en publiek. Zoals ik het zie, is dat contract deels gebaseerd op een belofte: de journalistiek houdt de macht in de gaten, zodat burgers geïnformeerd en beschermd zijn tegen de overheid en grote bedrijven. Toch stemmen mensen voor partijen die lak hebben aan die waakhondfunctie. Of zelfs voor mensen die zeggen dat het prima zou zijn als journalisten worden vermoord. Het sociale contract tussen journalistiek en bepaalde bevolkingsgroepen brokkelt niet alleen af, maar lijkt bijna verdwenen.
Verbindingen
Dat roept de vraag op: hoe kunnen journalisten zich verhouden tot dit sociale klimaat? In de VS is de situatie erbarmelijk en slechter dan in Europa, maar ook hier winnen leiders met autocratische trekjes, vaak uit de extreemrechtse hoek, aan invloed. En het idee dat zulke populistische leiders vanzelf wel zullen verdwijnen bij de volgende verkiezingen is achterhaald.
Kustaw Bessems schreef vorige week in zijn column in de Volkskrant over de toen aanstaande verkiezingen in de VS:
“Bovenal, wees alsjeblieft nooit meer verbaasd. Uit die verbazing spreekt de gevaarlijke misvatting dat de democratische rechtsstaat vanzelf overleeft. Terwijl dat dag in dag uit een gevecht vergt. De tegenkrachten hebben de wind in de rug, ook in Europa, en ze hebben het voordeel dat breken makkelijker is dan bouwen.
Om daar iets tegen in te brengen, is gelijk hebben niet genoeg. Op je gelijk hameren – met je fijne leven en goede ideeën – kan averechts werken. Ik las eens een samenvatting door Jelle van der Meer en Marcel Ham van ‘twintig jaar onderzoek naar de boze burger’, en zij concluderen dat één karakteristiek terugkomt: ‘een gevoel van machteloosheid en van verbroken verbindingen. Mensen voelen zich niet gehoord, niet gezien en niet begrepen.’
Dat is het werk dat gedaan moet worden. Herstel van verbindingen. Iets bieden dat beter smaakt dan haat.”
Verbindingen zijn cruciaal, maar worden in de journalistiek consequent onderschat. Tijdens het evenement Media van Morgen benadrukte Ellen Heinrichs, oprichter en CEO van het Bonn Institute, in haar keynote dat vertrouwen niet hetzelfde is als betrouwbaarheid. Je kunt altijd gelijk hebben, maar dat betekent nog niet dat mensen je vertrouwen. Voor een beroepsgroep die hecht aan objectiviteit en neutraliteit is dat misschien een vervelende boodschap, maar het gevoel dat mensen bij informatie hebben, speelt een grote rol in hun bereidheid om te betalen en de informatie serieus te nemen.
View from nowhere
De keuzes die mensen maken, vaak op basis van hun onderbuikgevoel, hebben grote gevolgen voor ons gemeenschappelijk referentiekader. Veel van wat journalistiek is en wat journalisten doen, steunt op enige overeenstemming over de feiten: of er een asielcrisis is of niet, of er een klimaatcrisis is, of een vrije pers essentieel is voor de democratie.
Nieuwsorganisaties zouden er goed aan doen de drijfveren van nieuwsconsumenten en ‘news outsiders’ te onderzoeken: hoe ze vertrouwen kunnen kweken en wat juist averechts werkt, met een open vizier.
In zijn nieuwsbrief The Platformer schreef journalist Casey Newton dat uitkomen voor je bias en standpunten juist bijdraagt aan vertrouwen met je publiek, en dat de ‘view from nowhere’ zeker in ons sociale informatielandschap vervreemdend werkt:
“Bloggers were often dismissed as hacks and cranks by newspaper reporters in those days, even as their more plainspoken, emotional style drew them increasingly large audiences and influence. But they were onto something important: when writers share their point of view with audiences, including their own values and biases, they build trust more effectively than writers who default to the View from Nowhere.”
Verder schrijft hij: “(...) social media turns journalism into a game anyone can play - and reach huge audiences doing so.” Dit geeft een beetje "iedereen is een journalist"-vibes, maar het is frappant dat journalisten blijven vasthouden aan ouderwetse manieren van kennis overdragen, terwijl er veel betere methoden zijn. Dat hadden bloggers twintig jaar geleden al ontdekt.
Als nieuwsorganisaties willen overleven in dit klimaat met antidemocratische krachten, moeten ze een vernieuwd sociaal contract met het publiek aangaan. Misschien betekent dat terugkeren naar bloggen, of op zoek gaan naar nieuwe en mogelijk oude manieren om de relaties met het publiek te versterken.
Ik sluit af met deze quote van journalist Frank Shyong, uit de nieuwsbrief waarin hij beschrijft waarom hij de Los Angeles Times heeft verlaten om als zelfstandig journalist verder te gaan:
“Good journalism, professional journalism, depends on how serious, how sacred your contract with readers is.”
In mijn vorige nieuwsbrief liet ik weten dat ik afscheid heb genomen van C.Tru en Mediahuis. Ik ben me aan het oriënteren op volgende stappen en ga graag met zoveel mogelijk mensen in gesprek over wat de uitdagingen zijn voor de toekomst van een duurzame journalistiek. Lijkt het je wat om in gesprek te gaan? Stuur me dan een berichtje!