Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like.”
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
In deze nieuwsbrief
🔸 Een terugblik op het International Journalism Festival met een focus op hoe redactieculturen de mogelijkheden om te innoveren beïnvloeden.
🔸 Met paar extra tips voor sessies die het terugkijken waard zijn.
Net als ongeveer de helft van het Nederlandse journaille was ik twee weken terug op het International Journalism Festival. Het was zoals ieder jaar weer een feest: het programma was uitstekend, het eten was heerlijk en het gezelschap bijzonder goed. Ieder jaar gaat het natuurlijk over alle manieren waarop we de journalistiek kunnen innoveren. Dit jaar was er niet alleen aandacht voor al die best practices, maar ook voor de omgeving waarin er geïnnoveerd moet worden: de redactie. Kortom, niet alleen hoe je een innovatief idee plant, maar ook welk milieu het nieuwe plantje nodig heeft om te bloeien en welke factoren ervoor zorgen dat je plantje geen wortel schiet of snel weer afsterft.
Deze invalshoek sprak mij dit jaar extra aan omdat ik in het kader van de Incubator van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek in gesprek ben met redacties over hoe ze publieksbetrokkenheid organiseren. Het is reuze interessant (en herkenbaar) om te horen hoe en waarom sommige projecten goed werken, anderen niet van de grond komen, en tegen welke zaken ze aanlopen als ze willen innoveren. Uit de gesprekken beginnen al patronen te ontstaan, bijvoorbeeld de verschillen tussen innovatie op grote en kleine redacties, en welke factoren mee- of tegenwerken als redacteuren nieuwe dingen willen doen.
Niet alleen externe druk
Voorheen dacht ik dat de externe omstandigheden de oorzaak waren van de moeizame innovatiecultuur. Redacties moeten immers veel ballen in de lucht houden: naast het niet-aflatende productieproces moeten er aanpassingen gedaan worden als gevolg van snelle technologische ontwikkelingen. In deze nieuwsbrief vergeleek ik innoveren op redacties al eens met het vervangen van de onderdelen van een hogesnelheidstrein terwijl die op volle snelheid is – niet te doen en ontzettend veel gedoe.
Daar denk ik nu anders over: natuurlijk zijn de nieuwsstroom en de technologische ontwikkelingen factoren die invloed hebben, maar redactieculturen an sich zijn al een bijzonder droge bodem voor innovatieplantjes. De manieren waarop er gedacht, gewerkt en geleid wordt op redacties helpen niet bij het verkennen en implementeren van de broodnodige vernieuwingen van de journalistiek.
Dit heb ik overigens niet zelf ontdekt. Ornella Porcu schreef haar proefschrift over dit onderwerp: Unlocking Newsroom Culture: Exploring the Innovative Potential of News Media. Ze deed onder meer veldonderzoek bij de redacties van Trouw en NRC, en concludeert in haar Nederlandse samenvatting:
Op basis van dit onderzoek kan worden gesteld dat als de verticale angst niet wordt verminderd, het creatieve potentieel van het gros van redacties onderbenut blijft. Dit kan het innovatievermogen van redacties in (digitale) transformatie op termijn niet alleen schaden en ondermijnen, het kan nieuwsorganisaties in het licht van toekomstige disrupties de das omdoen.
Ik sprak Ornella een tijdje terug, en ben nu haar proefschrift aan het lezen. Het is bijzonder interessant en een feest van herkenning. Bekijk vooral eens deze tabel waarin ze de sociale hiërarchie op een redactie in kaart heeft gebracht – als je op een redactie hebt gewerkt, kun je zo de namen bij deze groepen bedenken.
Strijd om productontwikkeling
Met deze kennis in het achterhoofd ging ik naar mijn eerste sessie in Perugia: 15 Years of Product Management. Ook hier kwamen machtsstructuren aan bod: wanneer er producten (en met producten worden eigenlijk alle journalistieke vormen bedoeld) worden ontwikkeld, willen de redactie, de ICT’ers en marketing het liefst in de lead zijn. Als er geen structuren zijn om dit in goede banen te leiden, zorgt dat voor strijd die de productontwikkeling in de weg staat. Daarom zijn er robuuste structuren nodig om innovatieve processen goed te begeleiden, bijvoorbeeld via gestructureerde experimenten. De leiding van de organisatie moet dit faciliteren, maar de teams moeten het autonoom kunnen ontwikkelen en uitvoeren.
Ik vond ‘de strijd’ heel herkenbaar en vroeg Nic Newman, een van de panelleden en senior onderzoek bij het Reuters Institute for the Study of Journalism, een van de panelleden, na afloop wat je hier als redacteur aan kunt doen. ‘Niks’, zei hij droogjes. Wat je wel kunt doen, zei hij, is kijken of je een proces kunt inrichten met de mensen om je heen in je organisatie om besluitvorming te stroomlijnen, maar een goede organisatie- en innovatiestructuur moet van bovenaf geregeld worden.
Dit moet de leiding van de organisatie faciliteren en ervoor zorgen dat er een gedeelde strategie en een duidelijk doel zijn als het gaat om productontwikkeling, zodat daar overeenstemming over is. Dit is geen luxe of extraatje, werd benadrukt door een ander panellid. Het journalistieke product is wat we gebruiken om ons publiek mee te bedienen, dus dat moet de waarde van je journalistiek goed weerspiegelen.
Samen zingen
Dat hebben ze bij Zetland bijzonder goed begrepen. Tijden de sessie Designing the Newsroom of 2025 vertelde hoofdredacteur en oprichter Lea Korsgaard hoe ze dat aanpakken: hun missie is om journalistiek een kracht van het goede te maken, en dat moet ook terug te zien zijn in hun organisatie. Ze doen er dus niet alleen alles aan om ervoor te zorgen dat hun journalistieke product uitstekend is, maar er wordt ook bijzonder veel aandacht besteed aan de cultuur, processen en de sfeer in de organisatie.
Want, zo zei Korsgaard: culture eats strategy for breakfast. Zo wordt er naar Deense traditie eerst samen gezongen ’s ochtends – niet alleen voor de gezelligheid, maar ook om iedereen z’n stem te laten horen. Verder mag iedereen, ongeacht z’n expertise, op alles wat er gemaakt wordt feedback geven, en gaat Korsgaard met alle nieuwe mensen in gesprek om ze te vertellen wat de cultuur op de redactie is. We zijn een professioneel team dat ervan houdt om met elkaar samen te werken, zei Korsgaard, geen disfunctionele familie.
Ruimte voor fouten
Het laatste panel dat ik bijwoonde, Mistakes, setbacks and unfulfilled expectations: an honest f*ck-up session, ging veel over reflectie en feedback – of vooral het gebrek aan ruimte hiervoor op redacties. Daarnaast is er weinig ruimte om op je bek te gaan, terwijl dat hard nodig is als je wil vernieuwen. Sterker nog, Shirish Kulkarni zei: “We have to be open to failure. Otherwise, no innovation gets done.”
Wat ik meeneem uit Perugia is dit: innovatie draait niet om tools, formats of strategieën — het draait om mensen. Innovatie begint bij hoe we met elkaar werken, elkaar vertrouwen en ruimte maken voor experiment en falen, en open zijn over fouten. Zolang we die cultuur niet serieus nemen, kunnen zelfs de beste ideeën blijven hangen in goede bedoelingen. Dus als we echt werk willen maken van vernieuwing, moeten we eerst kijken naar de grond waarin we proberen te planten. Alleen dan kan er iets nieuws groeien.
💡 Tips om terug te kijken
Een bijzonder inzichtelijke sessie over waar journalistieke impact stopt en activisme begint, en waarom dit altijd afhankelijk is van de context met Miriam Wells, Ankita Anand, Khalil Cassimally en Ruona Meyer.
Dit panelgesprek zit boordevol praktische voorbeelden en tips als het gaat om hoe je met je publiek om gaat en hoe je je als journalist menselijk kunt opstellen met Joshi Herrmann, Fran Beighton en Lea Korsgaard.
Deze panels met (onder meer) Nederlandse afvaardigingen over de publieke waarde van journalistiek (met Karlijn Goossen, Maike Olij, Mattia Peretti en Erik van Heeswijk), over huizen van de journalistiek (met Jesse Beentjes, Jaime Abello Banfi, Sameer Padania en Natalia Viana) en waarom Big Tech weg moet (met Nienke Venema en Martin Andree) zijn ook zeer de moeite waard.
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
▪️ Stilstaan bij media, macht en journalistiek
▪️ Het impactprobleem van de journalistiek
▪️ Journalistieke reflectie: hoe we de cultuur van democratie kunnen versterken