Journalistieke reflectie: hoe we de cultuur van democratie kunnen versterken
En over 'The Paradox of Democracy'
Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
In deze nieuwsbrief
Een reflectie op een podcast over het boek ‘The Paradox of Democracy’:
- Media is de werkelijkheid; de werkelijkheid is de media.
- De impact die journalistiek maakt is groot, maar vaak niet helder.
- Dat en het huidig tijdsgewricht vraagt om meer reflectie en verantwoording van journalisten.
In de Tiphoek: hoe ga je aan de slag met impact en verantwoording, en hoe krijg je zicht op de impact van journalistiek op gemarginaliseerde groepen?
Een nieuw rubriekje over wat ik in mijn rol zelfstandig journalistiek strateeg heb gedaan de afgelopen tijd en wat er in het verschiet ligt.
NB: dit is een bewerkte versie van een reflectie die ik deelde tijdens een bijeenkomst van Stichting Democratie en Media over de podcastaflevering ‘How We Communicate Will Decide Whether Democracy Lives or Dies’ van de Ezra Klein Show uit juli 2022. De bijeenkomst was een vervolg op de journalistieke driedaagse die SDM afgelopen najaar organiseerde over de relatie tussen journalistiek en publiek.
In de podcastaflevering bespreekt Ezra Klein het boek ‘The Paradox of Democracy’ met een van de auteurs, Sean Illing. Het boek gaat over de tegenstrijdigheid die aan de basis van democratie ligt: hoewel vrijheid van meningsuiting en expressie een noodzakelijke voorwaarde is voor democratie, vormt diezelfde vrijheid ook de grootste bedreiging. Een open cultuur kan namelijk tegen de democratie worden gebruikt, waardoor tegenbewegingen haar kunnen kapen.
Volgens de auteurs is het daarom beter om democratie te zien als een open communicatiecultuur in plaats van een regeringsvorm, omdat democratieën in verschillende regeringsvormen kunnen uitmonden. Democratie is een keuze om de publieke sfeer open te stellen en mensen te laten spreken, denken en beslissen over wat er moet gebeuren, stellen zij. Hierdoor is democratie altijd in wording en bijzonder kwetsbaar voor demagogen en andere kwaadwillenden.
Eigenlijk, zegt Illing in de podcast, balanceert democratie altijd op de rand van de afgrond. Historisch gezien wordt deze paradox zichtbaar wanneer een samenleving overstapt naar een nieuwe communicatietechnologie. “We zien dit keer op keer,” schrijven Gershberg en Illing. “De media evolueren voortdurend sneller dan de politiek, wat leidt tot terugkerende patronen van democratische instabiliteit.” Soms leidt dat tot de Arabische Lente, soms tot Pizzagate.
‘The Medium is The Message’
Om democratie goed te begrijpen, moet je kijken naar de communicatiecultuur en de rol die technologieën en media daarin spelen. Radio, tv, Twitter en TikTok beïnvloeden allemaal hoe we denken, welke kwaliteiten we zoeken in politici, hoe we nieuws consumeren en hoe het politieke debat wordt gevoerd. In de podcast zegt Illing: “Onze ideologie is onze technologie, onze technologie is onze cultuur, en cultuur gaat altijd vooraf aan politiek.”
Bas Heijne schreef afgelopen voorjaar, nadat Wilders had aangekondigd aangifte te doen van bedreiging door Frans Timmermans (maar dat uiteindelijk niet deed), dat wat zich op de bühne afspeelt de politieke realiteit is. Politiek vindt plaats in talkshows en media, niet in achterkamertjes. Het is geen afspiegeling van de werkelijkheid – het ís de werkelijkheid. Misschien geldt dit ook voor de journalistiek: als de media de realiteit zijn, geldt dat dan niet net zo goed voor journalistieke media en hun relatie met politiek?
Ezra Klein stelt in de podcast dat journalisten zich vaker de vraag zouden moeten stellen: hoe beïnvloeden wij de politiek? Het is de grote blinde vlek van de Amerikaanse pers, zegt hij: de invloed die ze zelf uitoefenen. “Even if you write the most neutral article in the world, the decision to write that article and not another is an inescapably charged decision. It is a choice that could have been made any other number of ways. And by making it, you have exerted force on the political system, you’ve made it a little bit different.”
Unheimisch gevoel
Dit idee – dat journalisten via de media de realiteit vormen – geeft een ongemakkelijk gevoel. Zeker omdat we in de journalistiek vaak niet goed weten welke impact ons werk heeft en daar weinig aandacht aan besteden, afgezien van het monitoren van kijk-, lees- en luistercijfers. Dit houdt me al bezig sinds het begin van de oorlog in Oekraïne: welke impact heeft onze verslaggeving? En in het verlengde daarvan: welke invloed hebben journalistieke media op het politieke discours en het publieke debat?
Misschien ligt hier wel het antwoord op de hoofdvraag van het weekend in november: wat moet de journalistiek doen om haar relevantie en zeggingskracht voor het publiek te behouden – of zelfs te versterken? Kunnen we de relatie met het publiek herstellen als we zo weinig grip hebben op de perceptie van verschillende publieksgroepen en de impact die journalistiek daadwerkelijk maakt?
Duidelijke intenties
Aan het einde van de podcast bespreken Klein en Illing hoe we ons kunnen wapenen tegen het snel evoluerende mediasysteem. Illing oppert iets interessants. Klein vraagt: “What do you think we should be teaching our kids about the communications world and culture they’re growing up in and that they’re going to be forming?” Waarop Illing antwoordt: “Really teaching them about media ecology itself and teaching them about these technologies not as reflections of our world but shapers of it would at least give people some kind of intellectual self-defense system or at least some way of recognizing maybe when they’re being manipulated and when they’re being pulled and pushed and twisted up by these different forces.”
Dat journalisten en media de realiteit mede vormgeven, kan een ongemakkelijk gevoel oproepen, maar het biedt ook hoop. Er valt immers iets te doen tegen de krachten die onze democratische communicatiecultuur bedreigen. Maar als journalistieke media de realiteit mede scheppen, brengt dat ook een verantwoordelijkheid met zich mee: de plicht om verantwoording af te leggen over ons werk en nauwer samen te werken met het publiek.
We omschrijven onszelf graag als waakhond of vierde macht, maar misschien vraagt deze tijd om een andere benadering. Een die duidelijker is in intenties, maar ook ingetogener door meer reflectie. Journalisten kunnen het toonbeeld zijn van een open communicatiecultuur – door beter na te denken over hun eigen rol, hun bedoelingen explicieter te maken en machtige partijen en culturele krachten kritischer te duiden.
Dit alles nadrukkelijk niet met als doel mensen als klanten te werven, maar om een versterkende factor te zijn in de democratische communicatiecultuur. Een cultuur waarin we de banden met het publiek verder aanhalen. Een open communicatiecultuur begint bij onszelf.
✂️ Tip-hoekje
Wil je meer leren over hoe je open communiceert met je publiek creëert? Dan is The Citizens Agenda een uitstekende plek om te beginnen. Deze methode, gemaakt door onder andere Jennifer Brandel (Hearken) en Jay Rosen (NYU), is gemaakt voor verkiezingstijd, maar de basis kan op ieder moment worden gebruikt.
Casey Newton is heel duidelijk over zijn intenties met zijn nieuwsbrief The Platformer - hij verwijst regelmatig naar zijn ‘ethics’ pagina en past die aan als omstandigheden veranderen.
Meer weten over de invloed van journalistieke media op politiek? Lees dit stuk of dit onderzoek over mediatization of dit stuk van The Financial Times. Ik schreef erover in deze editie van De Nieuwe Lezer.
Voor meer over hoe gemarginaliseerde groepen journalistiek ervaren lees het onderzoek News for All of het boek Avoiding the News (of bekijk deze presentatie over het boek).
🙋🏼♀️ Update
Vorige week begon ik met het Tip-hoekje (waar ik nog een betere naam voor zoek). Deze week vond je voor het eerst bullets bovenaan de nieuwsbrief. Dit om de scanbaarheid van de nieuwsbrief te verbeteren, want het is best een lap tekst. Vanaf deze week vertel ik ook even in het kort over wat ik gedaan heb als journalistiek strateeg en wat er in het verschiet ligt!
Als deze nieuwsbrief op de mat valt, ben ik op het introductieweekend van de Incubator van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Dit jaar staat de incubator, een programma om sectorbrede problemen in de Nederlandse journalistiek aan te pakken, helemaal in het teken van publieksbetrokkenheid. Een uitgelezen kans voor mij dus om me helemaal op de relatie tussen journalistiek en publiek te storten de komende maanden.
Ook ga ik de komende tijd op verschillende plekken presentaties en workshops geven over de relatie tussen journalistiek en publiek en over nieuwsgebruik bij jongeren.
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
⚫️ Hoe vertrouwen in en gebruik van journalistiek stijgt
Heel fijn, die tips-sectie. En... Ik vind dat jij de tips vooral ook zelf moet geven, want a) jij weet zooo veel hierover, hebt rijke ervaring en b) veel tips zijn te Amerikaans, vind ik, en daardoor maar deels extrapoleerbaar naar Nederlandse context. Met de woorden van Floor Rusman in NRC vandaag (za 15 maart 2025): " kunnen we dat land misschien eens zien als wat het is: niet Nederland."