Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Vandaag wil ik verder gaan op de vraag waar ik mijn laatste nieuwsbrief mee afsloot: wat is de waarde van journalistiek of wat zou die moeten zijn? Kunnen we journalistieke impact op een andere manier nastreven, zodat journalistiek toegankelijker wordt?
Mijn vorige nieuwsbrief ging over de vraag: heeft journalistieke branche de grenzen van de aandachtseconomie bereikt? Aanleiding was de golf aan ontslagen bij grote nieuwsorganisaties met zowel verdienmodellen gericht op abonnementen als advertenties. Voor beide verdienmodellen is aandacht onmisbaar en ook op redacties werkt aandacht als een beloningssysteem. Aandacht is onmisbaar, maar ondanks het gegeven dat mensen steeds meer tijd online doorbrengen, zien we niet die toename niet terug in meer gebruik van journalistieke platforms. Sterker, we zien vaker tegenovergestelde trends in nieuwsinteresse en nieuwsgebruik.
Daarom leek het mij nou een goed idee om eens goed te kijken naar hoe het publiek nieuws en journalistiek waardeert. Alleen, bleek de waardering van nieuws en journalistiek behoorlijk diffuus.
Hoe nieuws voelt
Het begint al bij de vraag: wat is het nieuws? Want, wat nieuws is, verschilt natuurlijk immens van persoon tot persoon. Gelukkig zijn er wel gedeelde ideeën over, die zelfs bij jongeren weerklank vinden, las ik in het onderzoek van Joëlle Swart en Marcel Boersma ‘What feels like news? Young people’s perceptions of news on Instagram’. Waarden als objectiviteit, neutraliteit en feitelijkheid horen ook volgens 16 tot 25-jarigen die zij interviewden bij nieuws.
Toch hoeft wat volgens die waarden nieuws is voor jongeren niet als nieuws te voelen, ontdekten Swart en Boersma, en wat voor hen als nieuws voelt, rijmt weer niet altijd met de kenmerken van het genre. Er vindt dat een soort interne onderhandeling plaats tussen de emotionele reactie op het nieuws en de ‘regels’ die zijn aangeleerd over wat nieuws is. Ook werd in het onderzoek bevestigd dat conceptualiseringen van nieuws nauw verbonden zijn met oordelen over de waargenomen nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van informatie. Hoe men informatie ziet of definieert, heeft dus weer invloed op een oordeel over de informatie.
Iets vergelijkbaars bleek ook uit een onderzoek van vorig jaar, waarin de nieuws- en informatiebehoeftes van Duitse jongeren op Instagram onderzocht werd. Het platform waarop de informatie geconsumeerd wordt, bleek een sterke invloed te hebben op de waarde die werd toegekend aan de informatie die voorbij kwam.
Sociale interacties
Dus, dat is hoe mensen nieuws ervaren. Hoe waarderen mensen journalistiek? Daar deed Irene Costera Meijer eerder onderzoek naar als onderdeel van het Digital News Report van 2022. In het Nederlandse rapport schreef ze samen met Michiel Knoester en Tim Groot Kormelink een hoofdstuk over de onderscheidende waarde van journalistiek. Daarin brengen ze een gemeenschappelijk referentiekader in kaart met hoe verschillende soorten informatie daarin verschillende functies vervullen en verschillende betekenissen hebben.
“Zoals gezegd leveren belangrijke en onbelangrijke informatie niet automatisch een waardevolle gebruikservaring op en, omgekeerd, betekent het waardevol zijn van informatie niet automatisch dat deze door informanten ook belangrijk wordt gevonden. Informanten omschrijven informatie als waardevol vanwege de impact ervan. Het zet iets betekenisvols in hen in beweging. Wat betreft journalistieke informatie concludeerde Costera Meijer eerder al dat betrouwbaarheid, gebruiksgemak, toegankelijkheid, visuele aantrekkelijkheid en passend taalgebruik weliswaar voldoende voorwaarden zijn om als journalistieke informatie te tellen, maar nog geen voldoende voorwaarden zijn voor waardevolle journalistiek. Daarvan is pas sprake als mensen het gevoel krijgen dat ze iets nieuws leren, erkenning krijgen voor hun eigen situatie of juist begrip voor die van anderen. Deze kernervaringen kwamen terug bij zowel jongeren als ouderen wanneer zij de sociale interactie met vrienden, familie en collega’s beschreven. Onze informanten laten zien dat de waarde pluriformiteit daarin een belangrijke rol speelt.”
Dus journalistiek wordt pas echt waardevol wanneer mensen iets nieuws leveren, erkenning krijgen of juist begrip voor de ander. Ook is er een belangrijke rol weggelegd voor sociale interactie bij het vergaren van informatie: gevraagd naar ‘waardevolle informatieve momenten’ spelen familie en vrienden de belangrijkste rol. Dat heeft volgens de onderzoekers te maken met het grote belang dat informanten hechten aan verbinding met anderen.
En nu?
Het wordt misschien wel wat ongrijpbaar allemaal: nieuwswaarde wordt bepaald door het publiek zelf en journalistieke waarde in sociale interacties. Maar ‘iets nieuws leren, erkenning krijgen voor hun eigen situatie of juist begrip voor die van anderen’ - dit resoneert zeer met de quote van Jeff Jarvis uit zijn laatste blogpost die ik in mijn vorige nieuwsbrief ook aanhaalde: “(…) journalism is instead a service built on conversation, community and collaboration.”
Is dat de kern van de oplossing? Nieuwsorganisaties moeten zich gaan manifesteren als bedrijven die een dienst faciliteren om nieuwe dingen te leren, erkenning te krijgen of begrip voor de ander. Doen ze dat niet al?
Ik kom hier nog niet helemaal uit en ben benieuwd hoe jullie denken dat journalistieke organisaties hier nog een slag kunnen maken. Is het überhaupt mogelijk om op grote schaal dit soort journalistiek te faciliteren met een gezond verdienmodel of zit het antwoord toch in het kiezen van niche?
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Mag ik even jullie aandacht?