Waarom reduceren we de problemen van de journalistiek tot een techprobleem?
'Culture eats strategy for breakfast'
Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like.”
- Rasmus Kleis Nielsen
In deze nieuwsbrief
🔸 Het tweede kwartaal is ook alweer voorbij gevlógen, dus vandaag even een pas op de plaats om wat thema’s die afgelopen maanden de revue passeerden te bespreken.
🔸 Sophie in de Schijnwerper - wat hoogtepunten van het afgelopen kwartaal!
In het vooronderzoek voor Club PINO, ons project voor de Incubator van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, spraken we veel journalisten, chefs, hoofdredacteuren en uitgevers om het met ze te hebben over publieksbetrokkenheid. Wat me onlangs pas opviel, toen ik de onderzoeksresultaten samenvatte, was de focus op technologie bij sommigen. Er lijkt een soort technologisch deterministische analyse te zijn van alle problemen waar de journalistiek mee te maken heeft: bedreigingen vanuit Big Tech, de invloed van AI of, meer binnenshuis: de app moet beter, we slagen er niet in om geschikte content te maken voor de platforms.
Natuurlijk zijn dit grote en urgente problemen waar we het liefst gisteren een oplossing voor hadden moeten vinden om een duurzame toekomst van de journalistiek te garanderen. Toch ben ik er niet helemaal over uit of het technologische vraagstuk het meest prangende vraagstuk is. Door de focus te leggen op het product, ga je ervan uit dat mensen journalistiek wíllen consumeren, maar dat het door het product of de vorm niet kan of lukt – een vrij arrogante houding. Als mensen zich niet thuis, gehoord, prettig, aangenaam bij journalistiek voelen: hoe hoog achten we dan de kans dat ze het gaan gebruiken? Dan kan je app nog zo fancy zijn, je filmpjes nog zo flitsend, maar als de verbinding ontbreekt, ben je nergens.
Technologie
Zo wordt ook geprobeerd om via het product het vertrouwen in de journalistiek te verbeteren. De afgelopen tijd zie ik een hernieuwde focus op de vertrouwensrelatie tussen journalistiek en publiek, maar daarbij gaat het vaak over uiterlijk vertoon en niet over een verandering van de manier van werken. Organisaties verstrekken steeds vaker meer informatie over wie ze zijn, hoe ze gefinancierd zijn en wie er werken, maar ik zie nog weinig veranderen als het gaat over hoe journalistiek gemaakt wordt. Terwijl in ieder onderzoek naar nieuwsconsumptie duidelijk wordt dat de kijk op journalistiek en de wensen van het publiek aan het veranderen zijn.
Door de uitdagingen van de journalistiek te reduceren tot een technologisch probleem blijft een heel groot probleem buiten beschouwing: de journalistiek zelf, de manier waarop het gemaakt wordt. Het wordt almaar duidelijker dat nieuwsconsumenten andere verwachtingen hebben en afhaken, maar dezelfde objectiviteitsnormen, impliciete regels over wat journalistiek is en hoe het eruit moet zien blijven gelden. Uitzonderingen daargelaten is journalistiek eenrichtingsverkeer: redactie maakt; publiek consumeert. En wanneer het publiek wel betrokken wordt bij journalistiek, moet het natuurlijk wel wat opleveren in de vorm van input voor een productie – waarom zou je het anders doen, hè.
Oog voor redactiecultuur
Gelukkig is hier steeds meer aandacht voor. Op het International Journalism Festival in Perugia was er bijvoorbeeld nadrukkelijk aandacht voor de voorwaarden van innovatie en ook hoe het soms faliekant mislukt. Door gebrekkige KPI’s, heersende informele machtsstructuren, koppige leidinggevenden, slome collega’s. Zo ontstaat er steeds meer oog voor de cultuur op redacties en welke invloed die heeft op het maakproces. Innovatie is niet iets wat je gewoon kunt gaan doen, daar moeten de voorwaarden voor in orde zijn. “Culture eats strategy for breakfast,” zei Lea Korsgaard van Zetland treffend in een van de sessies.
In Perugia en op meer plekken wordt er dan nu ook vaker gesproken over cultuur. En met name dat die moet veranderen – en ik moet zeggen dat ik dit ook weleens heb geroepen. Maar als halve cultureel antropoloog (geen bachelor gehaald helaas) gaan er altijd wat alarmbellen rinkelen als het woord cultuur veel gebruikt wordt, zeker in combinatie met het woord verandering.
In je eerste college leer je namelijk: cultuur is diffuus en ambigu. Het kan zóveel dingen betekenen dat in een van de basisboeken van de antropologie de auteur het houdt bij een conceptualisering: de vaardigheden, noties en vormen van gedrag die mensen zich eigen hebben gemaakt als leden van een samenleving. Dat verander je niet zomaar, dus dat lijkt me een ingewikkeld uitgangspunt – maar gelukkig kan het een stuk concreter.
Gedragsverandering
Wat je namelijk wél kunt veranderen, is het gedrag. Hoe mensen zich gedragen als lid van een groep is immers wat een cultuur maakt. Nu weet iedereen die al honderd keer is begonnen met een dieet of een hardloopgewoonte wil inslijten, dat gedrag ook niet van het een op het andere moment is veranderd, maar het kán wel. In tegenstelling tot iets als cultuur, dat tussen mensen bestaat, kun je gedrag adresseren, je kunt er afspraken over maken en je kunt er mensen op aanspreken.
Tijdens de discovery voor Club PINO zagen we hele grote verschillen tussen kleine organisaties waar innovatie makkelijk leek te gaan en nieuwe tools gebruikt werden, en grote organisaties waar men tegen de stroming in moest zwemmen om iets gedaan te krijgen, omdat anderen gewoon stug hun gewone werk bleven doen. Op die kleinere redacties werd heel handig gebruikgemaakt van de nieuwste technologieën, waar op de oude de nieuwe snufjes verstoffen op de backlog van ICT. Zo lijkt het alsof de ontwikkeling van technologie de oorzaak en oplossing is van journalistieke uitdagingen, maar hoe denk je dat het gebruik en de toepassing tot stand is gekomen? Door wat mensen doen.
🔦 Sophie in de Schijnwerper
Jawel, daar zit ik hoor. De demissionair-minister te interviewen. Eerlijk, ik vond het mega-spannend en dacht de hele ochtend: waar heb ik nu weer ja op gezegd, maar het was superleuk om te doen! Ik was technisch voorzitter bij de jaarvergadering van de NVJ en na afloop van de vergadering kwam Eppo Bruins langs om in gesprek te gaan. Met mij dus, en natuurlijk de andere leden. Het interviewen smaakte naar meer, dus misschien ga ik dit wel vaker doen.
Dit was ook wel een van de hoogtepunten van het afgelopen kwartaal. Deze nieuws nerd kan vredig sterven: ik werd gequote in het Digital News Report 2025!
En natuurlijk de lancering van PINO nieuwsbrief niet te vergeten: heb je je al ingeschreven?:)
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
▪️ Wil je innoveren, maar loop je vast? Dan ben je een PINO