Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Zoals beloofd in deze nieuwsbrief een terugblik op weer een mega leerzame (en zonnige!) editie van het International Journalism Festival in Perugia. De hoofdmoot van mijn programma was AI. Na alles wat ik gehoord heb, begin ik een beetje in de gaten te krijgen hoe weinig ik eigenlijk weet over AI en alle mogelijke toepassingen. Maar je moet ergens beginnen.
AI als assistent
De eerste sessie over AI die ik bijwoonde werd gehost door Nick Diakopoulos, assistent professor communicatiewetenschap en informatica aan Northwestern University en dit studiejaar onderzoeker op de UvA. Hij benadrukte aan het begin van zijn presentatie dat we tools als ChatGPT vooral moeten zien als een taalmachine en het niet gebruikt moet worden als kennismachine, zeker niet door journalisten. De technologie maakt teksten op basis van waarschijnlijkheid. Je moet het dus niet om kennis vragen, maar strakke opdrachten geven op het gebied van taal. Vraag het niet om inhoudelijke informatie, maar laat een geschreven tekst tegenlezen, herschrijven of samenvatten. Diakopoulos gaf als voorbeeld een model dat was getraind om de nieuwswaardigheid van wetenschappelijke onderzoeken te beoordelen en samenvattingen te maken voor een specifiek publiek.
Onderzoek waar de mogelijkheden van AI en de taken van de redactie overlappen om te zien of en hoe tekstgenerators iets kunnen betekenen, was het advies dan Diakopoulos. Gebruik het als een assistent die dingen kan die mensen niet kunnen (zoals grote bestanden of datasets snel analyseren) of als aanvulling op het redactieproces via het opgeven van metadata of een spellingcontrole. En dus niet als vervanging van redacteuren, maar als aanvulling.
Personalisering is een goed voorbeeld: je kunt via AI technologieën een gepersonaliseerde nieuwsomgeving laten maken. Zo voorkom je dat je mensen overstelpt met informatie (een gewoonte die de meeste redacties toch wel een beetje hebben) en je geeft het publiek wat ze willen hebben. Alleen wensen de meeste nieuwsconsumenten geen volledig gepersonaliseerde nieuwsomgeving, want ze willen juist weten wat door de redactie als belangrijk gezien wordt. Je laat als redactie de samenstelling van een bundel of homepage nooit in handen van een machine, maar je kunt het journalistieke product voor je publiek wel prettiger en beter maken met behulp van machine learning. Zo gebruikt the New York Times machine learning om de betaalmuur slimmer te maken en af te stemmen op verschillende groepen soorten lezers.
Risico’s van AI
De bedreigingen voor journalistiek door technologieën als ChatGPT kwamen natuurlijk ook uitgebreid aan bod. Uli Koppen, hoofd AI en automatisering van de ARD, raadt redacties af om zo maar ChatGPT te gaan gebruiken omdat het niet betrouwbaar is. Bovendien is het niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de output van generatieve AI: de gebruiker of de eigenaar van het platform. Felix Simon, journalist en onderzoeker bij onder meer RISJ, waarschuwde voor afhankelijkheid van externe platforms, zoals redacties nu afhankelijk zijn van bedrijven als Meta en Google voor een deel van hun verkeer zou het niet wenselijk zijn als we straks voor onze nieuwe digitale assistent afhankelijk zijn van een nieuwe tech gigant. In een andere sessie zei Daisy Veeerasingham, CEO van persbureau AP, dat uitgevers hun copyright moesten beschermen om te voorkomen dat we er met de mogelijkheden van AI nog meer competitie bij zouden krijgen omdat ze onze inhoud overnemen.
Het spreekt vanzelf dat we voorzichtig met deze technologieën om moeten springen, maar het zou bijzonder kortzichtig zijn om te denken dat we ‘er niet aan hoeven’. Een mooie analyse hoorde ik van David Caswell, productmanager van BBC News: door generatieve AI’s wordt de productie van media én innovaties gedemocratiseerd. Net als met de komst van het internet de toegang tot informatie democratiseerde. Iedereen kan de tools gebruiken, daarom moeten we er juist mee gaan experimenteren en werken. Dat is de belangrijkste barrière die overwonnen moet worden, niet het gebruiken van AI zelf maar het besluit om het te gaan doen.
Wat is de kern van journalistiek?
Op de vraag of AI een hype is of dat het echt veel gaat veranderen in de journalistiek zei Caswell dat het geen of/of is maar en&en: er is inderdaad nu een hype, maar het gaat ook veel verandering teweeg brengen. Daarom moeten we, zei hij, goed nadenken over wat de kern van journalistiek is. Als we ons daarop richten en vanuit een goed idee over welke journalistiek we willen maken, kunnen we betere beslissingen nemen over of en hoe we AI gebruiken op redacties.
Dat AI journalistiek als vakgebied gaat veranderen is mij glashelder geworden. Op verschillende plekken wordt het natuurlijk al gebruikt (bij NRC bijvoorbeeld de nieuwe stemmen die de artikelen voorlezen of een blok met gepersonaliseerd aanbod). Ik zit al de hele week te fantaseren welke mogelijkheden er nog meer zijn voor de journalistiek en voor de redactie van NRC. Tekstgeneratoren kunnen natuurlijk handig zijn als hulpje, maar ik zie ook al een model voor me waar je als lezer vragen aan kunt stellen en een antwoord gebaseerd op de betrouwbare NRC journalistiek krijgt, datamodellen die het leesgedrag van lezers beter kennen dan zijzelf of een bot die ons wijst op veelgestelde vragen in zoekmachines waardoor we beter kunnen inspelen op de vraag van lezers. Ik hoop vooral dat er op redacties met meer dan journalistieke argwaan naar deze technologieën gekeken wordt, zodat we het kunnen gebruiken om de journalistiek weer een beetje beter te maken.
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Hoe nieuwe technologieën omarmd kunnen worden