Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Ik heb een gloeiende hekel aan ‘impact’. Journalistiek die impact moet maken, artikelen die impact moeten hebben op het publiek. Impact, shimpact.
Het probleem is dat impact een aftertought is: er is een productie en die moet als de sodemieter een bak impact gaan maken. Het is een modedingetje: in plaats van kliks gaat het nu over impact. Als redacties zouden beginnen met de vraag: welke informatie heeft ons publiek nodig – dan hoef je je achteraf niet meer zorgen te maken over de vraag of je journalistiek impact heeft. Dus als je achteraf gaat liggen bedenken hoe je impact kan maken met journalistiek heb je echt het verkeerd begrepen.
Het zit eigenlijk ook in het onderwerp waar ik hier veel over schrijf: vertrouwen in de journalistiek. Maar hoe zit het eigenlijk met het vertrouwen van journalisten in hun publiek?
Wat nu als een redactie de helft van de energie die nu gestoken wordt in de verspreiding van artikelen zou steken in het identificeren van de informatievraag van de lezers? Of misschien een peiling doen onder lezers hoe ze denken over een onderwerp, in plaats van acteren op een donkerbruin onderbuikgevoel of die ene lezer die je bij een evenement twee jaar geleden sprak.
Een veelgehoord excuus van journalisten om hun publiek niet te betrekken bij hun werk is dat ze dan informatie moeten herhalen (“Ja maar, dat heb ik drie maanden, een week en vier dagen geleden ook al opgeschreven in de vijfde alinea van m’n stuk”). Of dat lezers niet goed weten aan welke informatie journalisten wel en niet kunnen komen (en hoe zou dat nou komen?).
In de VS stellen steeds meer lokale titels de informatievraag van hun lezers centraal. Dat resulteerde tijdens de lockdowns tot berichtenservices over coronamaatregelen, hulp vraag en aanbod platforms en veel meer betrokkenheid tussen lezers en redacties. Zo kwamen ze erachter dat het publiek veel meer zat te wachten op hulp dan de zoveelste politieke analyse. En dán slaag je erin impact te maken. Niet met een extra tweetje.
Een volgend veelgehoord excuus over dit soort betrokkenheid tussen redactie en publiek is het gebrek aan objectiviteit: je kunt niet meer neutraal verslag doen van een gemeenschap waar je te diep ingebed bent. Ik ben ervan overtuigd dat betrokkenheid nodig is om goede journalistiek te maken en dat betrokkenheid feitelijkheid niet in de weg staat.
Als redacties werkelijk impact zouden willen maken, dan zouden nadenken over hoe hun producties bij het publiek terecht komt: wat hebben ze eraan, wat gaan ze ermee doen, welke aanvullende informatie hebben ze nodig? Feitelijkheid en helderheid, dát is waar de lezers op zitten te wachten.
Dus, wil je impact maken? Echte impact? Levensveranderende journalistiek maken? Begin bij je lezers.
🔖 Vorige edities van De Nieuwe Lezer
🧐 Moeten we ons zorgen maken over de zorgen over nepnieuws?