Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Collega Stijn Bronzwaer stuurde mij vorige week een interessant artikel toe: Why newsrooms need to stop transforming and start changing geschreven door Nick Petrie, deputy digital news director bij Reuters. In dit artikel vraagt hij zich af: waarom zijn de journalistiek en journalistieke producten er niet beter aan toe dan ze nu zijn? Hij constateert dat ondanks alle grote veranderingen die hebben plaatsgevonden in de journalistiek de afgelopen jaren door online mogelijkheden, redacties grotendeels nog steeds hetzelfde werken.
Dat heeft twee oorzaken. De eerste: redacties zijn gefocust op hun concurrenten, niet op hun publiek. Heel herkenbaar. Als ik een euro zou krijgen voor iedere keer als er tijdens een vergadering een vergelijking getrokken wordt met een andere krant (De Volkskrant/Trouw/Financieel Dagblad had xxx op de voorpagina, dat miste ik toch een beetje bij ons) zou ik schathemeltje rijk zijn. En hoezo? Wij maken toch journalistiek voor onze lezers? Tuurlijk, we moeten zo goed mogelijk zijn als we kunnen, maar laten we onze prestaties vooral aan onze eigen standaarden meten. Niet aan die van een andere titel.
Afijn, de tweede oorzaak is volgens Petrie dat er op redacties geen structurele veranderingen hebben plaatsgevonden en dat nieuwe manieren van denken nog geen eigen plek hebben gekregen:
We have been neither quick, nor skillful in how we have adapted to disruption and the opportunities it presents. We have been far too slow to recognise the new skills we need and elevate them to positions of power and decision making. We have been too timid to change the product we have in fear of what we will lose, rather than on what we might gain (Kodak anyone).
Daarom, stelt hij, is transformeren een slecht idee en moet er echt veranderd worden. Transformeren legt namelijk heel veel druk en verantwoordelijkheid bij te weinig mensen.
They put unfair pressure and responsibility on too few people. When it becomes a few people’s job to change the way you work they take on a much bigger burden likely to lead to burnout and most importantly, other people don’t think it’s their job to help.
Ik vind het een interessante en verhelderende verklaring voor waarom online innovaties vaak zo stroef verloopt op redacties en er traag op nieuwe ontwikkelingen van buiten de redactie wordt gereageerd en veranderingen tijdelijk zijn en niet structureel.
Zo vind ik óntzettend zonde dat de lessen die we leerden tijdens de pandemie niet structureel worden toegepast, zeker als het gaat om hoe we lezers betrekken bij onze journalistiek. In die eerste golf werd er door redacties wel gereageerd op de veranderingen en klotste de lezersinteractie tegen de plinten en struikelde je over de servicejournalistiek: waar is dat nu allemaal gebleven? We zijn gewoon weer hetzelfde gaan doen als voor de pandemie.
Gaat het dan te goed, vraag ik me af? Veel titels hebben (nota bene door de pandemie) meer abonnees gekregen. Wordt er daarom met iets teveel gemakzucht naar de toekomst gekeken? Ik denk van wel, want de volgende ontregelende verandering voltrekt zich voor onze neus: een heftig veranderend politiek klimaat en nieuwe houdingen ten opzichte van de betrouwbaarheid van informatie. En de eerste tekenen van aanpassingen op deze veranderingen zijn niet best.
In een goed stuk van de mediaredactie van NRC over hoe nieuwsredacties moeten omgaan met uitlatingen van het extreemrechtse Forum voor Democratie las ik hoe hoofdredacteuren Van der Laan en Moerland vinden dat hun redacties moeten reageren op het veranderende politieke klimaat: ze gaan er kritisch over schrijven en de zaken in perspectief plaatsen. Excusez le mot, maar dat mag ik hópen, dat zijn kerntaken van de journalistiek. Kortom, ze gaan dus niet anders doen. Er wordt wéér niet gereageerd op een ontregelende verandering in de samenleving.
Misschien komt het doordat de journalistiek zichzelf graag ziet als een onafhankelijke eenheid, immuun voor grote veranderingen. We zijn de vierde macht, een pilaar van de democratie, de luis in de pels. Dat is natuurlijk hartstikke leuk en aardig, maar natuurlijk hebben veranderingen in de samenleving, democratie en informatievoorzieningen invloed op de journalistiek.
Maar soms zijn het veranderingen waar kansen liggen, zoals alle online mogelijkheden die erbij zijn gekomen in de afgelopen twintig jaar. Maar soms zijn de veranderingen in eerste instantie misschien geen invloed lijken te hebben op de journalistiek, zoals Kamerleden die dingen roepen over tribunalen of gewelddadige groeperingen in de samenleving aanmoedigen. Dat zijn óók veranderingen waar we ons tot moeten verhouden en misschien wel mee moeten veranderen.
📌Gerelateerde edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Welke rol speelt ‘de journalist’ in het theater des leven?
👉🏻 Ik heb plannen voor de winsten van de Persgroep en het Mediahuis