Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Deze tweet, bijna een maand oud alweer, heb ik de afgelopen weken vaak bekeken. Ik vind het een interessante gedachtegang. De vergelijking klopt natuurlijk niet, maar het toont wel dat het een gekke marketingstrategie is en het argument niet zo effectief is.
Er werd op Twitter vrolijk verder geborduurd, door onder meer Rasmus Kleis Nielsen.
Ik vind ook dat meer mensen voor journalistiek zouden moeten betalen, maar campagnes van uitgevers zijn vaak gericht over waarom het voor uitgevers belangrijk is dat je gaat betalen.
Neem de campagnes over waarom de journalistiek belangrijk is voor de democratie en dat je daarom zou moeten betalen. Voor sommige mensen is dat een reden om te betalen, maar lang niet voor iedereen. Maar zou die waakhondfunctie niet vooral moeten blijken uit wat redacties maken in plaats van een marketinginstrument te zijn?
Wat je ook wel es hoort zeggen, is: mensen kunnen wel betalen voor Netflix, maar doen dat niet voor journalistiek. In dit artikel op Medium neemt Heather Bryant de taak op zich om uit te zoeken: Why them, not us? Ze geeft onmiddellijk toe dat een vergelijking tussen een abonnement op een nieuwsmedium en Netflix krom is, maar ze vraagt het zich toch af.
Het is een scherpe analyse, waarin ze de vloer aanveegt met de kwaliteit van de gebruikservaring van de meeste journalistieke websites (My 74-year-old relative with dementia can navigate Netflix. She cannot navigate her local newspaper’s website or app on her tablet) en de geldstromen binnen journalistieke bedrijven (Much of it’s being siphoned off by hedge funds, spent poorly by leadership or pocketed by owners). Maar het was haar conclusie die me aan het denken zette:
If you want someone to spend their money on your organization’s journalism because they believe in the importance of journalism, your organization’s journalism has to actually be important. To be important, it has to be both useful and usable.
Dus zouden we in onze outreach naar niet-betalend publiek niet veel meer moeten bezig zijn met wat zij hebben aan journalistiek? Wat er precies bruikbaar is?
Deze twee blokjes staan onderaan artikelen bij NRC en de Volkskrant, die je ziet als lezer als je niet ingelogd bent. De informatie gaat over wat zij maken, niet wat het publiek eraan heeft. In allebei wordt er gesproken over achtergronden en analyses: maar wat moet je daar dan mee als lezer? Bij NRC zit het praktische misschien in de ‘betrouwbare informatie’, maar dat is dan wel weer zo generiek dat het van alles kan zijn. Allebei hebben ze prachtige producties gemaakt om de lezers te helpen met het kiezen voor een partij, maar daar lees ik niks over terug.
Het is bovendien een leuke gedachte oefening om te doen: waarom zouden mensen dit stuk moeten lezen en waarom zouden ze een abonnement moeten nemen? Zo kom je al heel gauw tot de kern van wat je in zo’n blokje onderaan artikelen kunt zetten.
Bryant laat er overigens geen misverstand over bestaan:
What journalism should fundamentally be to people is a service.
Nog een dingetje! Ik denk erover om een sessie op Clubhouse te organiseren over journalistiek en lezers. Ik denk aan expertpanel of een discussie, met een aantal stellingen bijvoorbeeld. Zijn er thema’s waar je het graag over zou willen hebben of mensen wiens mening je hier graag over zou horen? Laat het weten! Dan ga ik kijken of ik iets kan organiseren.
🔖 Vorige edities van De Nieuwe Lezer
🎧 Nóg een nieuwsbrief over Clubhouse, maar wel een hele leuke
👀 Let op waar je op let
💰 Ik heb plannen voor de winsten van de Persgroep en het Mediahuis