Waarom ik She Said een ontzettend goeie film vind
En een avondje bij De Balie pakte anders uit dan verwacht
Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Afgelopen donderdagavond was ik met collega’s naar de nieuwe film She Said, over de NYT-journalisten Jodi Kantor en Megan Twohey die het Harvey Weinstein-schandaal ontdekten. Ik ben een groot fan van dit soort films, waarin onderzoeksjournalisten tegels keren, de slechteriken verliezen en natuurlijk met een scène uit de drukkerij aan het eind; The Post, All the President’s Men en Spotlight heb ik al tig keer gezien dus ik had er helemaal zin in.
Maar, deze film is andere koek. Al in de eerste scène komen de gevolgen van Weinsteins praktijken in beeld, als we een vrouw in blinde paniek over straat zien rennen. In beeld blijft het allemaal redelijk impliciet, maar ik zat met afschuw te luisteren naar de verhalen over de voorvallen. Vrouwen die niet op tijd konden ontsnappen uit hotelkamers, vrouwen die zo dapper waren om aan hun omgeving te vertellen wat er gebeurd was, vrouwen die andere vrouwen probeerden te helpen maar dat het allemaal niks bleek uit te maken. En de mannen die de andere kant op keken. Om razend van te worden.
Natuurlijk keek ik ook met ontzettend veel ontzag naar het journalistieke werk dat verricht werd, maar al mijn aandacht werd opgeslorpt door de schandalen zelf – goed excuus om de film nog een keer te gaan zien. Wat ik vooral knap vond, is dat deze twee journalisten hun emoties goed en wel konden parkeren en de verhalen goed hebben opgetekend. Maar het mooie van de film is dat je ziet welke emoties er wel waren bij de journalisten.
Emoties te over waren er ook vorige week zaterdagavond in De Balie, bij het programma ‘Journalistiek in crisistijd. Wat kan de journalistiek leren van de coronacrisis?’. Ik was heel benieuwd hoe hoofdredacteuren René Moerland (NRC) en Giselle van Cann (NOS) terug keken op de verslaggeving tijdens coronatijd. Maar, de avond bleek anders dan ik had gedacht. Het programma was namelijk op initiatief van De Vierde Golf georganiseerd, een club mensen die behoorlijk kritisch is over de genomen coronamaatregelen als QR-codes en lockdowns. Dat zorgt natuurlijk voor een ander sfeertje.
Het was even schakelen, maar toen ik eenmaal mijn antropologische petje op had gezet was het best interessant om te luisteren naar welke vragen er gesteld werden aan de hoofdredacteuren en welke aannames er ten grondslag lagen aan die vragen. Aannames over het willen uitdragen van een boodschap via de verslaggeving, keuzes die gemaakt worden om de overheid tevreden te houden of het links of rechts willen zijn. Dat zijn belangrijke dingen om te horen, omdat het maar weer eens benadrukt hoe belangrijk transparantie is, maar wat me ook opviel is de verontwaardiging van de aanwezigen.
Ze waren boos op ‘de media’ en teleurgesteld, soms ook verongelijkt. Dat maakte het gesprek misschien ook ingewikkeld. Op redacties wordt zoveel mogelijk gedaan om het persoonlijke van de redacteur uit de journalistiek te houden: emoties van de boodschapper spelen geen rol. Maar misschien vergeten we daardoor wel af en toe welke emoties die boodschap zelf kan oproepen. Voor ons kan het wel een zakelijk gebeuren zijn, maar voor de ontvangende partij kan het natuurlijk heel persoonlijk zijn.
Andersom vergeten nieuwsconsumenten ook met regelmaat dat er gewoon mensen van vlees en bloed achter journalistiek zitten. Journalistiek is een stuk menselijker geworden de afgelopen decennia, maar we zouden ook wat meer stilstaan bij de menselijkheid van de mensen die journalistiek consumeren. Misschien kunnen we beginnen met zelf menselijkheid te tonen, zonder dat we er een film voor nodig is.
PS Op maandagochtend deel ik op Twitter interessante stukken die ik tijdens mijn rondje nieuwsbrieven ben tegengekomen.
PPS In de herhaling: we zijn bij NRC op zoek naar een data-analist met een voorliefde voor journalistiek (en engelengeduld voor gekke data vragen :)). Hier vind je de vacature!
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Tips voor een goed product van Ros Atkins