Rare jongens, die Gen Z
Of kunnen we ons verheugen op een generatie kritische nieuwsconsumenten?
Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Een heuse verjaardagsnieuwsbrief! Ik mag vandaag 31 kaarsjes uitblazen en het is dubbel feest, want als jullie dit lezen, ben ik berggeitje aan het spelen of pasta aan het schranzen in de Italiaanse Dolomieten.
Maar voor het allemaal zover was spitte ik natuurlijk afgelopen week het nieuwe Digital News Report van het Reuters Institute for the Study of Journalism door. En ik moet zeggen: erg schokkende dingen over de Nederlandse markt stonden er niet in. Vertrouwen stabiliseert, nieuwsconsumptie online heeft eindelijk televisie ingehaald, sommige mensen zeggen dat ze hun nieuws abonnement hebben opgezegd, interesse in nieuws zakt verder en nieuwsconsumptie via traditionele media neemt ook af. Goed nieuws? Nee, maar het is volgens de trends.
De mensen die zich absoluut niets aantrekken van deze trends zijn de jongeren tussen 18 en 24 jaar: Gen Z. In het vorige Digital News Report introduceerden de onderzoekers de naam ‘social natives’ voor deze groep, omdat zij online opgroeiden in een tijd waarin sociale media en snelle berichtendiensten al gevestigd waren. Daarboven zit de groep 25- tot 34-jarigen die hun weg online vonden toen sociale media nog niet meer waren dan MySpace en Habbohotel. Voor hen werd de naam ‘digital natives’ gemunt.
Goed, terug naar de social natives. De internationale analyse van het rapport leest als een lange waarschuwing: adapt or die. In bijna alle facetten van mediagebruik verschillen de social natives van de andere leeftijdsgroepen. Om te beginnen is in die groep de interesse in nieuws het laagste: 33 procent (tov van 50 procent in de 25-34 groep), mijden ze het vaakste het nieuws (34 procent af en toe), zijn steeds meer verdeeld over verschillende sociale media (Instagram, YouTube en TikTok), hebben lang niet altijd de voorkeur om online nieuws te lezen, maar willen ook luisteren en kijken en 71 procent heeft indirect toegang tot nieuws via sociale media (tov 44 procent in de 25-34 groep).
‘Continual transformation’
De gewoontes van de social natives wijken dus erg af, maar ze hebben wel een grote informatiebehoefte. Die wordt alleen niet vervuld op en via de traditionele media, maar via andere platforms. En dat gaat niet veranderen, verwacht de directeur van het RISJ Rasmus Kleis Nielsen. In de inleiding schrijft hij:
“Whether or not legacy media feel they have completed their initial digital transformation from print- or broadcast-focused to digitally focused brands with a compelling news website and app, they now face a continual transformation of digital as generations come of age who eschew direct discovery for all but the most appealing brands, have little interest in many conventional news offers oriented towards older generations’ habits, interests, and values, and instead embrace the more participatory, personable, and personalised options offered via platforms, often looking beyond legacy platforms to new entrants (many of whom drive few referrals to news and do not prioritise news).”
Het lijkt er op dat deze social natives behoorlijk savy nieuwsconsumenten zijn. Zo komen ze het vaakst van alle leeftijdsgroepen in aanraking met foutieve en misleidende informatie, maar proberen ze het vaakste algoritmes te beïnvloeden om hun mediadieet te beïnvloeden. De groep is, net als andere leeftijdsgroepen, behoorlijk geïnteresseerd in politiek en betaalt vaker dan iedere andere groep voor nieuws.
Maar de vormen waarin de traditionele media, met name krantenredacties, hun informatie aanbieden lijkt lang niet altijd te passen bij wat deze groep wil. Neem nu de platforms die ze graag gebruiken: TikTok, Instagram en Snapchat. Dat zijn visuele en persoonlijke platforms, waar het gros van de aandacht niet gaat naar de traditionele media, volgens het rapport. Daar gaat de aandacht naar bekende persoonlijkheden en wat betreft onderwerpen is de toon lichter of meer satirisch. Niet per se het kopje thee van de traditionele media.
De belangrijkste uitdagingen
Dus, we staan voor een aantal grote uitdagingen de komende tijd, want als de informatiebehoefte van de jonge groep zo anders is dan die van de oudere groep die nog wel steeds het merendeel vormt van de mensen die nu voor journalistiek betalen, komen redacties in een spagaat terecht. Wie wordt de doelgroep waar je je op gaat richten? Zijn we genoeg bekomen van de mislukte ‘pivot to video’ om weer vol in te gaan zetten op video’s om de social natives van dienst te kunnen gaan zijn? Of blijven redacties bij hun leest?
Een van mijn favoriete nieuwsbriefschrijvers Adam Tinworth zette vorige week in zijn nieuwsbrief de belangrijkste uitdagingen voor de journalistiek op een rij die helemaal aansluiten bij de bevindingen in het Digital News Report: van de veranderende sociale media, tot een nieuwe balans in het aanbod van informatie door generatieve AI-modellen, de invloed van AI op zoekmachines. Hij sluit af met een aanmoediging aan redacties, die ik hier graag overneem:
“The true skill is figuring out how to connect with audiences in the right way, based on their behaviours and their need for journalism. But you have to do that with an awareness of the business model needed to sustain it. (…) The collapse of the big social platforms demands more sophisticated social skills. The search volatility demands more experimental approached to getting traffic. And any good audience team needs to be continuously experimenting, and watching what’s happening outside journalism, so they can learn from it.”
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Wat zoeken jongeren op Instagram?
👉🏻 Kan AI de verbinding tussen publiek en journalistiek verbeteren?