Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
“Goed, maar ja de oorlog hè“, zeg ik al de hele week tegen mensen die vragen hoe het is. “Ik merk echt dat het onder m’n huid gaat zitten“, antwoord ik als mensen doorvragen. “Het is ook wat hè, een oorlog in Europa terwijl we dachten net uit de penarie van de pandemie te zijn.“ De waarom-vraag is voer voor psychologen en sociologen, daar ga ik m’n handen niet aan branden. Maar ik heb last van stress. Oorlogstress.
Het duurde even voor ik het in de gaten had. Op de eerste dag van de oorlog was ik op de redactie van NRC. In mijn dagelijkse bezigheden heb ik niet bijzonder veel te maken met de nieuwsstroom. Soms bemoei ik me een beetje tegen de homepage aan of roep ik iets over een kop die een A/B-test kan gebruiken. Gelukkig kon ik bij de buitenlandredactie, waar de vonken van de toetsenborden sloegen, een beetje helpen door een dossier voor ze aan te maken over de oorlog. Wat feitelijk betekent aan de achterkant dingen aanvinken in ons publicatiesysteem, maar had toch het idee dat ik iets bijdroeg aan het geheel.
Voor een nieuwsjunkie is een redactie is een fijne plek om te zijn als er iets groots gebeurd. Je hoeft je niet schuldig te voelen als je zit te doemscrollen, er ontstaat een bijna gezellig sfeer, de hoofdredactie zorgt voor extra eten en drinken voor de harde werkers, even wordt er niet gemopperd over welke deelredactie hoeveel pagina’s krijgt in de krant of over de opening van de website (want dat is toch altijd het liveblog).
En als kers op de taart (of om de adrenaline kick compleet te maken), schieten de leescijfers door het dak. De reportages van onze dappere correspondenten, de analyses van redacteuren van allerlei deelredacties en natuurlijk het liveblog van de nieuwsdienst gaan als zoete broodjes over de toonbank.
De mensen achter de cijfers
Als lezersdeskredacteur is het een paar keer per week mijn taak verslag te doen van de leescijfers in een mail die we versturen naar de hele redactie. Via welke kanalen kwamen de lezers bij de stukken, hoe deden onze grote nieuwsbrieven het en hoe lang brachten de lezers door in onze liveblogs? Alles wordt uitgeplozen. Bij goede cijfers prijzen we onze redactie, als het wat tegenvalt, proberen we te achterhalen wat we beter hadden kunnen doen wat de verspreiding betreft.
Ik doe deze klus al een jaar of vier, maar begin deze week sloeg de oorlogstress toe en zat ik toch met een andere blik naar de cijfers te kijken. Natuurlijk weet ik wel dat er achter al die cijfertjes mensen zitten, maar nu ik merkte hoeveel impact het nieuws had op mijn gemoedstoestand vroeg ik me ineens af hoe dat voor die duizenden mensen achter de cijfertjes was. Zaten zij ook snotterend naar foto’s van Oekraïense mensen in schuilkelders te kijken en viel er bij hen ook een steen in hun maag als ze berichten over nieuwe bombardementen lazen op woonwijken en scholen?
In zijn blog schreef Adam Tinworth over hoe mensen overweldigd kunnen raken van de constante stroom aan berichten over nieuws waar je zelf helemaal geen invloed op uit kunt oefenen. Je zou kunnen zeggen: nieuws is nieuws, mensen moeten zelf maar uitvogelen hoe ze ermee om springen. Maar, schrijft Tinworth, we moeten ons op redacties er wel bewust van zijn wat het nieuws dat we pushen, delen of bovenaan de website zetten, kan doen met de gemoedstoestand van onze lezers. Hij geeft ook een paar tips voor wat redacties zouden kunnen doen, zoals let op de formuleringen van je pushnotificaties en teksten op socials, zodat je mensen niet onnodig angst aan jaagt. En let op de balans van artikelen op je website en in je nieuwsbrief.
Dit weekend ben ik iets meer dan normaal betrokken bij de nieuwsstroom in de functie als senior online samensteller. Dus, de lezers van NRC krijgen in ieder geval twee keer per dag een paar stukken voorgeschoteld waar ze zich niet ellendig over hoeven te voelen.
Vorige edities van De Nieuwe Lezer
👉🏻 Wat ik leerde van mijn crowdsourcingproject De Wilde Tuin