Wat betekenen kliks nu echt en zo maak je journalistiek waardevoller
Dit kunnen we leren van de onderzoeken van Irene Costera Meijer
Het publiek moet in het middelpunt van de journalistiek komen te staan. In De Nieuwe Lezer leg ik uit hoe iedereen op een redactie hier aan bij kan dragen.
“Fundamentally, people will use media that help them be who they want to be, do what they want to do, and showcase a version of who they are and of what they do that they like. “
- Rasmus Kleis Nielsen
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen over of op deze nieuwsbrief? Mail!
Het kennisgat tussen redacties en lezers is te groot. Lezers hebben vaak geen flauw idee van wat redacteuren uitspoken en redacteuren hebben over het algemeen een slecht beeld van wie hun lezers zijn. Om lezers in het middelpunt van de redactie te zetten, de premisse van deze nieuwsbrief, zal dat gat kleiner moeten worden. Maar hoe doe je dat?
Irene Costera Meijer is professor en doet al jaren onderzoek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoeken gaan vaak over hoe er een brug geslagen kan worden tussen nieuwsconsumenten en redacties. Vandaag heb ik een paar lessen uit haar artikelen op een rij gezet, waar redacteuren of redacties als geheel profijt van kunnen hebben.
What clicks actually mean
Redacties besteden veel tijd aan het analyseren van leescijfers om een indruk te krijgen hoe hun stukken gewaardeerd worden. Maar wat nu als die leescijfers eigenlijk helemaal niet zoveel zeggen over de interesses van lezers? Om hierachter te komen onderzocht Costera Meijer samen met Tim Groot Kormelink de overwegingen van nieuwsconsumenten om wel of niet op een stuk te klikken. En wat blijkt? Zelfs als je een grove inschatting wil maken van iemands interesses zijn kliks een slechte graadmeter.
Voor hun onderzoek interviewden en observeerden Costera Meijer en Groot Kormelink 56 mensen over hun nieuwsgebruik. Terwijl de interviewees over nieuwswebsites scrolden, legden ze uit waarom ze wel of niet op een artikel klikten. Op basis van deze interviews hebben de onderzoekers 30 overwegingen omschreven om wel of niet op een stuk te klikken en die onderverdeeld in cognitieve, affectieve en pragmatische overwegingen.
Interessant vind ik de overwegingen waarbij de interviewees wel zeiden geïnteresseerd te zijn in het onderwerp maar toch niet klikten op het artikel. Bijvoorbeeld bij de uitslag van de 1.500 meter schaatsen op de Olympische spelen. De geïnterviewde gaf aan wel geïnteresseerd te zijn in het onderwerp, maar klikte niet omdat alle informatie al in de kop stond.
Ook de overweging ‘associative gap’ is interessant: in dat geval gaf de kop geeft niet genoeg informatie om erop te klikken, hoewel de geïnterviewde ook hier geïnteresseerd was in het onderwerp. Op basis van kliks zou je dus stellen dat de interviews niet geïnteresseerd waren in het onderwerp, maar er speelden gewoonweg andere overwegingen om niet op het stuk te klikken.
Dat geldt overigens ook voor de pragmatische overwegingen. Bijvoorbeeld omdat ze verwachten dat ze hetzelfde bericht nog wel een keer tegen zouden komen of dat ze geen trek hadden in de reclame die ze verwachten. Dan heb je ook nog gevallen waarin het nieuws geconsumeerd wordt zonder op een stuk te klikken. De consumenten ‘scannen’ en ‘snacken’ het nieuws. Deze begrippen kwamen trouwens naar voren in een ander onderzoek van Costera Meijer en Groot Kormelink.
Wat kunnen we hiervan leren? We kunnen dus eigenlijk op basis van leescijfers niet concluderen waar lezers in geïnteresseerd zijn - er spelen een hoop andere overwegingen mee. Daarom zijn goede lezersonderzoeken of korte enquetes onderaan artikelen heel erg belangrijk. Alleen dan krijg je een indruk van de interesses van je lezers.
Valuable journalism
Een andere poging om het gat tussen redactie en lezers te verkleinen, doet Costera Meijer met het concept Valuable Journalism. Met behulp van dit concept kan het gat tussen wat Costera Meijer noemt marketing criteria (populariteit) en journalistieke dimensies (maatschappelijk belang) gedicht worden.
Dit onderzoek is gefocust op regionale media, maar verschillende aspecten gelden net zo goed voor landelijke media. Dit zijn ze:
Urgentie - lijkt een inkoppertje. Men wil op de hoogte blijven van belangrijke evenementen en incidenten uit de omgeving. Maar urgentie slaat ook op hoe makkelijk het nieuws te vinden is.
Publieke verbondenheid - eerst even de definitie van dit begrip: een oriëntatie op een openbare wereld waar kwesties van gemeenschappelijk belang worden aangepakt, of zouden moeten worden aangepakt. Uit het onderzoek bleek dat zowel zwaar als licht nieuws zeer werd gewaardeerd. Wat suggereert dat het aanbieden van beide soorten nieuws helpt het in stand houden van persoonlijke netwerken.
Begrip van de regio - wat ook zeer wordt gewaardeerd is achtergrond informatie bij het nieuws die inzicht geeft in hoe de regio werkt.
Reactievermogen van het publiek - van redacties wordt verwacht dat ze hun publiek in acht nemen en dat ze luisteren naar hun ervaringen, zowel een-op-een als in hun verhalen.
Aan de hand van de vier dimensies Valuable Journalism kunnen redacties zich beter focussen op journalistiek die door het publiek als waardevol wordt gezien. Daarnaast gaat ook dit onderzoek over hoe nieuwsconsumenten nieuws selecteren, in navolging van het bovenstaande interview, breder zijn dan leescijfers suggereren.
👍🏻 Tip hoekje
Wat kun je nog meer doen om een brug te slaan tussen jezelf, als redacteur, en de lezers? Hier een aantal tips uit oude edities van De Nieuwe Lezer:
Houd bij welke feedback je krijgt van lezers om erachter te komen welke kennis ze wel en niet hebben over de journalistiek.
Zo zorg je ervoor dat jouw stukken relevanter worden voor je lezers.
Drie lessen uit het Digital News Report over jezelf en lezers.